• Reinig het gekoelde buitenoppervlak met een doek of spons
die licht bevochtigd is met een milde zeepoplossing.
• Om redenen van hygiëne moet het apparaat voor en na ge-
bruik worden gereinigd.
• Vermijd contact van water met de elektrische componenten.
• Reinig de binnenkant van de container met een niet-schurend
NL
reinigingsmiddel en spoel af met schoon water.
• Dompel het apparaat nooit onder in water of andere vloei-
stoffen.
• Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen, schuursponzen
of reinigingsmiddelen die chloor bevatten. Gebruik voor het
reinigen geen staalwol, metalen keukengerei of scherpe of
puntige voorwerpen. Gebruik geen benzine of oplosmiddelen!
• Geen enkel onderdeel is vaatwasmachinebestendig.
• Reinig de condensor elke 2-3 maanden of wanneer de inten-
siteit van het water uit de sproeikop verzwakt is.
Aanbevolen reinigingsprocedure voor het spuitwatersysteem:
(Afb. 5 op pagina 5)
• Verwijder het waterbord van het blok.
• Trek de ijsvloekenplank naar buiten.
(Afb. 6 op pagina 5)
• Verwijder de sproeipijpaansluiting (de siliconen buis) en haal
vervolgens de sproeipijp eruit.
(Afb. 7 op pagina 5)
• Gebruik het juiste gereedschap om de spuitmonden en de
spuitmondklemmen één voor één in de richting te verwijde-
ren.
• Gebruik water om de sproeibuis en de mondstukken met een
zachte borstel te reinigen.
(Afb. 8 op pagina 5)
• De spuitpomp verwijderen.
Stap 1: Draai de bijbehorende schroeven aan de achterkant van
de bovenplaat los en verwijder vervolgens de boven-
plaat in de juiste richting.
Stap 2: Op dezelfde manier kunt u de achterplaat verwijderen.
(Afb. 9 op pagina 6)
Stap 3: Haal de stekker van de sproeipomp uit het stopcontact.
Stap 4: Draai de drie schroeven op het pompdeksel los volgens
de afbeelding.
Stap 5: Trek de pomponderdelen eruit.
(Afb. 10 op pagina 6)
• Trek het pompfilternet naar buiten in de richting.
• Gebruik water om het filternet met een zachte borstel te rei-
nigen.
• Installeer ten slotte alle onderdelen terug.
Onderhoud
• Controleer regelmatig de werking van het apparaat om ern-
stige ongevallen te voorkomen.
• Als u ziet dat het apparaat niet goed werkt of dat er een pro-
bleem is, stop dan met het gebruik, schakel het uit en neem
contact op met de leverancier.
• Alle onderhouds-, installatie- en reparatiewerkzaamheden
moeten worden uitgevoerd door gespecialiseerde en bevoeg-
de technici, of worden aanbevolen door de fabrikant.
22
• Als de compressor om welke reden dan ook stopt, zoals wa-
tertekort, ijs vol, uitschakelen, enz., start hem dan niet me-
teen opnieuw. U kunt het 5 minuten later opnieuw starten om
de compressor te beschermen.
• Controleer regelmatig de connectoren van de waterinlaat- en
-uitlaatslangen en tap het weinige overtollige water af dat
kan optreden.
• Als de ijsmaker lange tijd niet wordt gebruikt, trek dan de
afvoerplug aan de onderkant van de waterkast eruit om het
overtollige water in de waterkast af te voeren. Installeer het
vervolgens terug. Veeg de binnenvoering van de ijsopslagcon-
tainer af met een schone doek.
• Drainage: Trek de afvoerplug aan de onderkant van de wa-
terkast naar buiten. Nadat het water is weggepompt, plaatst
u deze terug.
Transport en opslag
• Zorg er vóór opslag altijd voor dat het apparaat is losgekop-
peld van de stroomtoevoer en volledig is afgekoeld.
• Bewaar het apparaat op een koele, schone en droge plaats.
• Plaats nooit zware voorwerpen op het apparaat, omdat dit het
kan beschadigen.
• Verplaats het apparaat niet terwijl het in bedrijf is. Koppel het
apparaat tijdens het verplaatsen los van de voeding en houd
het aan de onderkant vast.
• Vanwege het zware gewicht van de machine moet extra
voorzichtig te werk worden gegaan bij het verplaatsen of ver-
voeren. Met ten minste 2 personen of met behulp van een
kar. Beweeg de machine langzaam, voorzichtig en neig nooit
meer dan 45°.
Problemen oplossen
Als het apparaat niet goed werkt, controleer dan de onder-
staande tabel voor de oplossing. Als u het probleem nog steeds
niet kunt oplossen, neem dan contact op met de leverancier/
dienstverlener.
Probleem
Mogelijke oorzaak
De ijsma-
1. De spanning
ker werkt
is buiten de
niet.
beperking.
2. De omgevings-
temperatuur is te
laag (lager dan
10 °C).
Com-
1. Koudemiddel lekt.
pressor
2. Koelsysteem
werkt,
blokkeert.
maar er
3. Storing soleno-
is geen
ideklep.
ijs ge-
4. Condensventilator
maakt.
werkt niet.
5. Spuitpompblok-
ken of -storing.
Com-
1. Watertekort.
pressor
2. IJs vol.
werkt
3. Compressor stopt
niet.
(de temperatuur
van de mantel is
te hoog).
Mogelijke oplossing
1. Schakel de machine uit
en start deze opnieuw
wanneer de spanning
normaal is.
2. Probeer het opnieuw als
de omgevingstempera-
tuur hoger is dan 10 °C.
1. Vul het koelmiddel bij en
test lekkage.
2. Vervang het filter voor het
N
vulsysteem.
2
3. Vervang de solenoïdeklep.
4. Vervang de condensatie-
ventilator.
5. Controleer de spuitpomp
en het filternet.
1. Controleer het watertoe-
voersysteem (waterin-
laatklep en watertoevoer-
slang).
2. Neem wat ijs eruit.
3. Schakel de machine
uit en start 1 uur later
opnieuw.