De oplaadbare accu verwijderen/plaatsen
1. Duw, om de accu (14) in het apparaat te
plaatsen, de accu langs de geleidingsrail in het
apparaat. U zult de accu op zijn plaats horen
klikken.
2. Duw, om de accu (14) te verwijderen, op de
vrijgaveknop (14a) op de accu en trek de accu
uit het apparaat.
4. WERKING
Schakel de kettingzaag alleen in als de
kettingstang, zaagketting en tandwiel-
deksel juist gemonteerd zijn.
Verzeker dat u stabiel staat. Verzeker,
voordat u aan de slag gaat, dat de
elektrische kettingzaak geen voorwerpen
raakt.
Gebruik het apparaat nooit zonder de
beveiliging vooraan. Risico op letsel!
Inschakelen
1. Plaats de accu (14) in het apparaat
2. Controleer de laadstatus van de oplaadbare
accu voordat u aan de slag gaat.
3. Houd het apparaat stevig met beide handen
vast, met uw rechterhand op het handvat (5) en
uw linkerhand op de handgreep (2). Uw duim
en vingers moeten de handgreep (5) stevig
vastklemmen. Gebruik het apparaat nooit met
één hand. Risico op letsel!
4. Druk, om het apparaat in te schakelen, met
uw duim of wijsvinger op de vergrendeling van
de schakelaar (3) en druk daarna op de aan/
uit-schakelaar (4); het apparaat zal werken
tegen maximale snelheid. Laat de vergrendeling
van de schakelaar (3) los.
5. Het apparaat zal opnieuw uitschakelen als u de
aan/uit-schakelaar (4) loslaat. Het apparaat kan
niet in continu bedrijf gezet worden.
De zaagstang vervangen
1. Schakel het apparaat uit en haal de accu (14)
uit het apparaat.
2. Plaats het apparaat op een vlak oppervlak.
3. Draai de montageknop (10) van het tandwiel-
deksel naar links om de kettingspanning te ver-
www.vonroc.com
lagen en het tandwieldeksel (9) te verwijderen.
4. Verwijder de zaagstang (11) en zaagketting
(12). Houd, voor het demonteren, de zaagstang
(11) omhoog gekanteld onder een hoek van
ongeveer 45 graden, om de zaagketting (12)
gemakkelijker van het kettingtandwiel (17) te
kunnen verwijderen.
5. Vervang de zaagstang en installeer de zaag-
stang en zaagketting zoals worden beschreven
in "De zaagketting en zaagstang installeren".
Het aanspannen van de zaagketting wordt beschre-
ven in het deel "Montage".
ZAAGTECHNIEKEN
Algemene informatie
Volg de regels inzake geluidsbescherming
en andere lokale regelgeving tijdens het
werken met het gereedschap. Lokale
regelgeving kan een geschiktheidstest
vereisen.
• Vuil, stenen, losse schors, nagels, clips en dra-
den moeten van de boom verwijderd worden.
• Sta altijd boven de boomstam tijdens het zagen
op hellingen.
• Om totale controle te behouden tijdens het
zagen, vermindert u de druk op het einde van
de zaagsnede zonder uw greep op de handgre-
pen van de snoeier te lossen. Verzeker dat de
zaagketting de grond niet raakt. Wacht na het
zagen tot de snoeier volledig tot stilstand komt
voordat u deze verwijdert.
• Schakel de motor van de snoeier altijd uit tus-
sen het snoeien van bomen.
• U zult meer controle over het apparaat hebben
als u zaagt met de onderste rand van de zaag-
stang (ketting in trekrichting).
• De zaagketting mag de grond of voorwerpen
niet raken tijdens het zagen van het materiaal of
erna.
• Verzeker dat de zaagketting niet vast komt te
zitten tijdens het zagen. Het houten blok mag
niet breken of splinteren.
• Volg ook de voorzorgsmaatregelen om te
beschermen tegen terugslag (zie de veiligheids-
informatie).
• Sta tijdens zagen op hellingen, altijd boven
het houtblok. Om totale controle te behouden
tijdens het zagen, vermindert u de druk op het
einde van de zaagsnede zonder uw greep op de
NL
25