Risico van letsel!
Bepaalde onderdelen in het toestel kunnen scherpe randen
■
hebben. Veiligheidshandschoenen dragen.
Is het toestel niet naar behoren aan de wand bevestigd, dan
Risico v an letsel!
■
kan het naar beneden vallen. Alle bevestigingsschroeven
moeten vast worden gemonteerd.
Het toestel is zwaar. Er zijn twee personen nodig om het
Risico v an letsel!
■
apparaat te bewegen. Alleen geschikte hulpmiddelen
gebruiken.
Gevaar van een elektrische schok!
Bepaalde onderdelen in het toestel kunnen scherpe randen
hebben. Hierdoor kan de aansluitkabel beschadigd raken.
Aansluitkabel niet knikken of afklemmen bij de installatie.
Verstikkingsgevaar!
Verpakkingsmateriaal is gevaarlijk voor kinderen. Kinderen nooit
met verpakkingsmateriaal laten spelen.
Algemene aanwijzingen
Gebruik met afvoerlucht
Aanwijzing: De afvoerlucht mag niet worden afgevoerd via een
in gebruik zijnde rook- of gasafvoer, noch via een schacht die
dient voor de ontluchting van ruimtes met vuurbronnen.
Komt de afvoerlucht terecht in een rook- of gasafvoer die niet
■
in gebruik is, dan dient u een vakbekwame schoorsteenveger
te raadplegen.
Wordt de afvoerlucht door de buitenmuur geleid, dan raden
■
wij u aan een telescoop-muurkast te gebruiken.
Luchtafvoer
Aanwijzing: Voor klachten die te wijten zijn aan de behuizing
staat de fabrikant van het apparaat niet garant.
U verkrijgt de beste werking van het apparaat door het op een
■
korte, rechte afvoerbuis met een zo groot mogelijke diameter
aan te sluiten.
Bij gebruik van lange, ruwe afvoerbuizen, veel bochten of
■
buisdiameters die kleiner zijn dan 150 mm, wordt het optimale
luchtafvoervermogen niet behaald en is het ventilatiegeluid
harder.
De buizen of de slangen die voor de luchtafvoer worden
■
gebruikt, dienen van niet brandbaar materiaal te zijn.
Ronde buizen
Wij adviseren een binnendiameter van 150 mm, in elk geval van
minstens 120 mm.
Vierkante buizen
De binnendiameter moet overeenkomen met de diameter van
de ronde buizen.
Ø 150 mm ca. 177 cm
2
Ø 120 mm ca. 113 cm
2
Vierkante buizen dienen geen scherpe ombuigingen te
■
hebben.
Gebruik bij een afwijkende buisdiameter een afdichtstrip.
■
Wand controleren
De wand moet vlak en loodrecht zijn en voldoende
■
draagvermogen hebben.
De diepte van de boorgaten moet overeenkomen met de
■
lengte van de schroeven. De pluggen moeten goed vastzitten.
De bijgevoegde schroeven en pluggen zijn geschikt voor
■
massieve muren. Voor andere constructies (bijv. gipsplaat,
poreus beton, poroton-stenen) moeten bevestigingsmiddelen
worden gebruikt die daarvoor geschikt zijn.
Het max. gewicht van de afzuigkap bedraagt 40 kg.
■
Elektrische aansluiting
: Gevaar van een elektrische schok!
Bepaalde onderdelen in het toestel kunnen scherpe randen
hebben. Hierdoor kan de aansluitkabel beschadigd raken.
Aansluitkabel niet knikken of afklemmen bij de installatie.
De benodigde aansluitgegevens staan op het typeplaatje in de
binnenruimte van het apparaat, daartoe het metalen vetfilter
demonteren.
Lengte van de aansluitleiding: ca. 1,30 m
Dit apparaat voldoet aan de ontstoringsvoorschriften van de EG.
Dit apparaat mag alleen worden aangesloten op een volgens de
voorschriften geïnstalleerd geaard stopcontact.
Het geaarde stopcontact zo mogelijk in het
schoorsteenafschermstuk aanbrengen.
Het geaarde stopcontact moet worden aangesloten op een
■
eigen stroomkring.
Als het stopcontact na installatie van het apparaat niet
■
bereikbaar is, moet er een stroomonderbreker worden
aangebracht, zoals bij een vaste aansluiting.
Als een vaste aansluiting noodzakelijk is, moet de installatie
beschikken over een scheidingsschakelaar voor alle polen
(leidingveiligheidsschakelaar, zekeringen en
veiligheidsschakelaars) met een contactopening van min. 3 mm.
De vaste aansluiting mag alleen door een elektricien worden
aangelegd.
Afmetingen van het apparaat (Afbeelding 1)
Installatie voorbereiden (Afbeelding 2)
Attentie!
Zorg ervoor dat zich in het gebied van de openingen geen
stroom-, gas- of waterleidingen bevinden.
Van het plafond tot de onderkant van de afzuigkap een
1.
loodrechte middellijn op de muur tekenen.
Posities voor de schroeven en de omtreklijn van het
2.
bevestigingsgebied aftekenen.
Vijf gaten (Ø 8 mm) van 80 mm diep boren voor de
3.
bevestigingen en de pluggen geheel in de gaten duwen.
Het apparaat inbouwen
Wandhouder monteren (Afbeelding 3)
De bevestigingshaak voor het afdekpaneel van de schouwkap
1.
vastschroeven.
¨
Ophangingen voor de afzuigkap handvast aandraaien, max. 3
2.
Nm.
©
Draadtap inschroeven tot deze nog 5–9 mm uit de wand
3.
steekt.
ª
Apparaat ophangen en uitlijnen (Afbeelding 4)
De beschermfolie eerst van de achterkant van het apparaat
1.
trekken en na de montage volledig verwijderen.
Het apparaat zo ophangen dat het stevig vastzit in de
2.
ophangingen.
«
Het apparaat horizontaal uitlijnen door aan de ophangingen te
3.
draaien. Desgewenst kan het apparaat naar links of rechts
worden verschoven.
¬
Apparaat bevestigen
De doppen met de pijl naar boven op de ophangingen drukken
1.
tot ze vastklikken.
®
Gekartelde moer met onderlegring vastdraaien.
2.
Doppen verwijderen
Gebruik een platte schroevendraaier voor het geval dat de
doppen verwijderd moeten worden.
Afdekpaneel schouwkap monteren (Afbeelding 5)
: Risico van letsel!
tijdens de installatie door scherpe randen. Draag tijdens de
installatie van het apparaat altijd veiligheidshandschoenen.
Afdekpanelen van elkaar losmaken.
1.
Hiervoor het plakband verwijderen
De beschermfolie van beide afdekpanelen trekken.
2.
Afdekpanelen in elkaar schuiven.
3.
Aanwijzingen
Om krassen te vermijden papier over de randen van het
■
buitenste afdekpaneel leggen.
Sleuven van het binnenste afdekpaneel wijzen naar
■
beneden.
Afdekpanelen op het apparaat plaatsen.
4.
Binnenste afdekpaneel naar boven schuiven en links en rechts
5.
aan de bevestigingshaak hangen.
Afdekpaneel omlaag drukken tot het vastklikt.
6.
Afdekpaneel met twee schroeven op de bevestigingshaak
7.
bevestigen.
ª
¯
¨
©