545150014
4. Houd de bedieningsknop ingedrukt en druk tot de waakvlam ontsteekt.
5. Houd de knop nog 20 seconden ingedrukt en laat los.
Als de waakvlam niet ontsteekt, drukt u de knop in en draait u in wijzerzin naar de stand OFF (uit).
Herhaal vervolgens de bovenstaande stappen.
DE BRANDERINTENSITEIT KIEZEN
1. De waakvlam moet branden en de bedieningsknop moet in de PILOT-stand staan.
2. Druk de knop in en draai in tegenwijzerzin naar HIGH (hoog).
3. Draai de knop naar wens in wijzerzin van HIGH (hoog) naar LOW (laag).
HET TOESTEL UITSCHAKELEN
1. Druk de knop in en draai hem naar OFF (uit).
2. Draak de klep op de gasaanvoerfles dicht om de verwarming helemaal uit te zetten.
ONDERHOUD
Voer regelmatig de volgende onderhoudswerkzaamheden uit om uw toestel in topconditie te houden:
Hou de buitenste oppervlakken proper.
•
Gebruik warm zeepwater om ze te reinigen. Gebruik nooit brandbare of bijtende
•
reinigingsmiddelen.
Zorg er bij het schoonmaken voor dat de omgeving van de brander en de waakvlam altijd droog
•
blijft. Als de gasregelaar op welke wijze ook in contact komt met water, mag u hem NIET
gebruiken. U moet hem dan vervangen.
De luchtstroom mag niet belemmerd worden. Hou bedieningselementen, de brander en de
•
luchtcirculatiedoorgangen proper. Een gasgeur in combinatie met extreem gele vlampunten
kan op een mogelijke verstopping wijzen. Dat kan ook het geval zijn als het toestel de gewenste
temperatuur niet bereikt, een uiterst ongelijkmatige gloed vertoont of ploppende geluiden
maakt.
Spinnen en insecten kunnen zich nestelen in de brander of in openingen. Dat kan schade
•
toebrengen aan het toestel en het onveilig maken voor gebruik. Maak de branderopeningen
proper met een stevige pijpreiniger. U kunt perslucht gebruiken om kleinere deeltjes te
verwijderen.
Koolaanslag kan tot brandgevaar leiden. Reinig de koepel en motor met warm zeepwater als
•
er koolaanslag ontstaat.
NL
11