Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Gereedschapophanghaak
Optioneel accessoire
LET OP:
Gebruik de gereedschapophanghaak
en schroef niet wanneer deze beschadigd zijn.
Controleer voor gebruik altijd op beschadigingen,
barsten en vervormingen, en verzeker u ervan dat
de schroef is vastgedraaid.
LET OP:
Breng de gereedschapophanghaak
aan en verwijder deze op een stabiele tafel of
ondergrond. Gebruik alleen de schroef die bij de
gereedschapophanghaak werd geleverd. Nadat de
gereedschapophanghaak is aangebracht, verze-
kert u zich ervan dat de gereedschapophanghaak
stevig is vastgezet met de schroef.
LET OP:
Verwijder de accu niet terwijl het
gereedschap hangt. Het gereedschap kan vallen als
de schroef niet is vastgedraaid.
De gereedschapophanghaak is bedoeld om een touw
(tuiriem) aan te bevestigen.
Voordat u de gereedschapophanghaak aanbrengt,
verwijdert u de rubber dop vanaf de boutgaten in de
bevestigingsbeugel. Plaats de vierkante moer onder de
beugel. Bevestig de gereedschapophanghaak met de
schroef op zijn plaats.
► Fig.25: 1. Rubber dop 2. Bevestigingsbeugel
3. Vierkante moer
4. Gereedschapophanghaak 5. Schroef
Veiligheidswaarschuwingen
voor het vastmaken van
een touw (tuiriem) aan de
gereedschapophanghaak
Veiligheidswaarschuwingen specifiek voor wer-
ken op hoogte
Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle
instructies. Het niet volgen van de waarschuwingen en
instructies kan leiden tot ernstig letsel.
1.
Houd het gereedschap altijd vastgebonden
tijdens het werken 'op hoogte'. De maximale
lengte van het touw is 2 m.
De maximaal toegestane valhoogte van het
touw (tuiriem) mag niet meer zijn dan 2 m.
2.
Veranker het touw van het gereedschap niet
aan iets op uw lichaam of aan een verplaats-
baar voorwerp. Veranker het touw van het
gereedschap aan een stevige constructie die
de krachten van een vallend gereedschap kan
opvangen.
Verzeker u er vóór gebruik van dat het touw
3.
goed is vastgemaakt aan beide uiteinden.
4.
Inspecteer het gereedschap en touw vóór elk
gebruik op beschadigingen en correcte wer-
king (inclusief het materiaal en de stiksels).
Gebruik het niet wanneer het beschadigd is of
niet correct werkt.
Wikkel touwen niet rondom scherpe of ruwe
5.
randen en laat ze er niet mee in aanraking
komen.
Bevestig het andere uiteinde van het touw
6.
buiten het werkgebied zodat een vallend
gereedschap stevig bevestigd blijft.
7.
Bevestig het touw zodanig dat het gereed-
schap tijdens het vallen zich verwijderd van de
gebruiker. Een gereedschappen dat valt zal aan
het touw slingeren, waardoor letsel kan worden
veroorzaakt of u uw evenwicht kunt verliezen.
8.
Gebruik niet nabij bewegende onderdelen of
draaiende machines. Als u zich hier niet aan
houdt, kan dat leiden tot beknellingsgevaar of
verstrikkingsgevaar.
9.
Draag het gereedschap niet aan de bevesti-
gingsvoorziening of het touw.
10. Verplaats het gereedschap uitsluitend tussen
uw handen terwijl u een goed evenwicht hebt.
11.
Bevestig een touw niet aan het gereedschap
op een manier waardoor schakelaars of de
trekkervergrendeling (indien aanwezig) niet
correct kunnen werken.
12. Voorkom dat u verstrikt raakt in het touw.
13. Houd het touw uit de buurt van het boorge-
deelte van het gereedschap.
14. Gebruik een karabijnhaak met vergrende-
ling (multiactie- en schroefsluiting-type).
Gebruik geen enkelvoudige karabijnhaken met
veersluiting.
15. In het geval een gereedschap valt, moet het
worden gelabeld en buiten bedrijf gesteld,
en moet het worden geïnspecteerd door de
Makita-fabriek of een Makita-servicecentrum.
16. Hang het gereedschap niet aan uw heup. Een
warm gereedschap en accessoire kan tegen uw
huid komen en een brandwond veroorzaken.
► Fig.26: 1. Gereedschapophanghaak 2. Touw
(tuiriem)
STOFOPVANGSYSTEEM
Optioneel accessoire
Het stofopvangsysteem is ontworpen om effectief stof
op te vangen tijdens het boren in beton.
► Fig.27: 1. Stofopvangsysteem
LET OP:
Het stofopvangsysteem is alleen
bedoeld voor het boren in beton. Gebruik het
stofopvangsysteem niet bij het boren in metaal
of hout.
LET OP:
Als u het gereedschap gebruikt met
het stofopvangsysteem, zorgt u ervoor dat het
filter is bevestigd aan het stofopvangsysteem om
inademing van stof te voorkomen.
LET OP:
Voordat u het stofopvangsysteem
gebruikt, controleert u of het filter beschadigd is
en er geen stof of vreemde stoffen binnenin de
pijp zit. Als u dit niet doet, kan dat leiden tot inade-
ming van stof.
LET OP:
Het stofopvangsysteem voert het
vrijgekomen stof met hoge snelheid af, maar niet
al het stof kan worden afgevoerd.
83 NEDERLANDS
Publicidad
