NL
INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK VAN HET ACCULAADAPPARAAT
1.
ALGEMEENHEDEN
Afb. 1:
1 Controlelampjes
De controlelampjes duiden de status van het laadapparaat aan.
(a) Geel lampje
(b) Rood lampje
(c) Groen lampje
2 Interface voor het acculaden
Schuif de accu in.
2.
VOOR UW VEILIGHEID
Het is belangrijk dat u deze instructies goed leest, voordat u het apparaat gaat gebruiken, en dat u zich eraan houdt.
Hetzelfde geldt voor de industriële veiligheidsvoorschriften die van kracht zijn in het land waarin u het apparaat gebruikt.
Deze voorschriften moeten zorgvuldig bewaard worden om ze naderhand te kunnen naslaan en moeten met het apparaat
meegegeven worden als u dit uitleent of verkoopt.
GEBRUIK
Het laadapparaat is bestemd om te worden gebruikt voor inschuifaccu's met een spanning van 9,6 tot 18 V.
3.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Gevaar voor letsel
Bij het gebruik van het laadapparaat moeten de elementaire veiligheidsregels in acht genomen worden om gevaar voor elek-
trische schokken, lichamelijk letsel en brandwonden te voorkomen.
Lees deze voorschriften zorgvuldig door, voordat u het apparaat gaat gebruiken en houd u er aan.
Controleer, alvorens het apparaat te gebruiken, of het snoer en de stekker niet beschadigd zijn.
Het apparaat mag nooit vochtig worden of in een vochtige omgeving worden gebruikt.
Gebruik het apparaat niet als het een harde schok of stoot heeft gehad of als het op de een of ander manier beschadigd is.
Wegens de warmte die zich tijdens het laden ontwikkelt mag het laadapparaat niet worden gebruikt op een brandbaar oppervlak
of in een ontvlambare omgeving.
Zorg dat de ventilatieopeningen niet worden afgedekt.
U mag het apparaat nooit zelf demonteren.
Het verkeerd hermonteren van het apparaat kan gevaar voor elektrische schokken of brand veroorzaken.
Trek de stekker van het laadapparaat uit het stopcontact wanneer u het niet gebruikt of wanneer u het schoonmaakt.
Gebruik uitsluitend goedgekeurde verlengsnoeren die in perfecte staat verkeren.
Vergewis u ervan dat er tijdens het opladen voldoende ventilatie is. Slechte werking van het laadapparaat tijdens het laden
kan worden veroorzaakt door overmatige gebruiks- en opslagtemperaturen. Temperaturen boven 40 °C moeten vermeden
worden.
Het opladen in gesloten kasten of in de buurt van warmtebronnen (radiatoren, zon, enz.) veroorzaakt verschijnselen van
warmte-accumulatie die het apparaat kunnen beschadigen.
Als u de accu gedurende langere tijd niet gebruikt, verwijder deze dan van het laadapparaat en trek de stekker hiervan uit
het stopcontact.
De contacten van de accu moeten worden beschermd om kortsluitingen, die veroorzaakt kunnen worden door metalen
voorwerpen, te voorkomen. Deze kortsluitingen kunnen brand of ontploffingen veroorzaken!
Bevestig niets op het apparaat met behulp van schroeven of klinknagels. De schroeven of klinknagels kunnen de isolerende
behuizing nutteloos maken. Wij raden u aan zelfklevende etiketten te gebruiken.
Gebruik het apparaat uitsluitend voor het opladen van originele RYOBI accu's.
Beschadiging van eigendommen/materiaal
De netspanning moet overeenkomen met de op het apparaat vermelde voedingsspanning.
22