De aansluitkabels moeten minstens van het
type H05RN-F en drieaderig zijn. De benaming
van het type moet op de aansluitkabel van het
gereedschap gedrukt staan. Koop enkel geken-
merkte aansluitkabels! Stekkers en stopcontacten
van aansluitkabels moeten van rubber zijn en
spatwaterdicht zijn. De aansluitkabels mogen niet
willekeurig lang zijn. Voor langere aansluitkabels
zijn geleiders met een grotere doorsnede vereist.
Aansluit- en verbindingskabels moeten regelma-
tig op schade worden gecontroleerd. Let er op
dat de kabels tijdens de controle stroomloos zijn.
Wind de aansluitkabel van het gereedschap he-
lemaal af. Controleer ook de invoeringen van de
aansluitkabel, op stekkers en stopcontacten, op
knikplaatsen.
6. Bediening
Controleer of de gegevens vermeld op het ke-
plaatje overeenkomen met de gegevens van het
stroomnet alvorens het gereedschap aan te slui-
ten. Verbindt de netstekker (fi g. 1, pos. 6) met een
verlengkabel. De verlengkabel dient te worden
beveiligd d.m.v. de kabeltrekontlastingsklem zoals
getoond in fi g. 6.
Let op!
Om het onbedoeld inschakelen te voorkomen is
de grasmaaier voorzien van een beveiliging (fi g.
6, pos. A), die moet worden ingedrukt voordat de
schakelbeugel (fi g. 6, pos. B) kan worden inge-
drukt. Zodra u de schakelbeugel loslaat, wordt de
grasmaaier uitgeschakeld. Voer deze procedure
meermaals uit om er zeker van te zijn dat uw
toestel correct werkt. Voordat u een herstelling of
onderhoudswerkzaamheid op het toestel verricht
dient u er zich van te vergewissen dat het mes
niet draait en het toestel gescheiden is van het
net.
Let op!
Open de uitwerpklep nooit als de grasopvan-
ginrichting leeg wordt gemaakt en de motor nog
draait. Het roterende mes kan letsels veroorza-
ken. Maak de uitwerpklep of de grasopvangzak
steeds zorgvuldig vast. Als u die wilt verwijderen,
moet u voordien verplicht de motor stopzetten.
De door de geleidestangen gegeven veiligheid-
safstand tussen meskooi en gebruiker dient
steeds in acht te worden genomen. Tijdens het
maaien en veranderen van rijrichting op bermen
en hellingen dient u bijzonder voorzichtig te werk
Anl_GC_EM_1437_SPK2.indb 45
Anl_GC_EM_1437_SPK2.indb 45
NL
te gaan. Let op een veilige stand, draag schoenen
met slipvaste zolen en een lange broek. Maai
steeds dwars over de helling. Op hellingen van
meer dan 15° mag om veiligheidsredenen het
gras niet met de maaier worden afgereden.
Wees bijzonder voorzichtig bij het achteruit bewe-
gen en trekken van de maaier. Struikelgevaar
Instructies voor het correct gras afrijden
Voor het gras afrijden is een overlappende werk-
wijze aan te bevelen. Maai enkel met een scherp
en intact mes zodat de grashalmen niet uitrafelen
en het gazon niet geel wordt. Om een proper
maaipatroon te bereiken leidt u de maaier in zo
recht mogelijke banen. De banen moeten elkaar
steeds overlappen met enkele centimeters zodat
er geen stroken blijven staan.
Hoe vaak moet worden afgereden hangt in prin-
cipe ervan af hoe snel het gras groeit. In de hoof-
dgroeiperiode (mei – juni) twee keer per week,
anders eenmaal per week. De maaihoogte moet
tussen 4 en 6 cm liggen en het gras moet 4 tot 5
cm groeien voordat u het opnieuw afrijdt. Mocht
het gras ooit wat langer worden, maak dan ach-
teraf niet de fout het gras direct in één keer op de
normale hoogte terug te snijden. Dit schaadt het
gazon. Snij dan nooit meer dan de helft van de
grashoogte terug.
De onderkant van de omkasting van de maaier
schoon houden en afgezet gras zeker verwijde-
ren. Afgezet materiaal bemoeilijkt het starten,
doet afbreuk aan de maaikwaliteit en belemmert
het uitwerpen van het gras.
Op hellingen moet de maaibaan steeds dwars
over de helling verlopen. Het wegglijden van de
maaier kan door schuin omhoog verplaatsen wor-
den voorkomen. Kies de maaihoogte naargelang
de werkelijke lengte van het gras. Rijdt het gras
in meerdere beurten af zodat het gras per beurt
maximaal 4 cm korter wordt gereden.
Voordat u eender welke controles aan het mes
uitvoert zeker de motor afzetten. Denk eraan dat
het mes na het afzetten van de motor nog enkele
seconden blijft draaien. Probeer nooit het mes te
stoppen. Controleer regelmatig of het mes correct
bevestigd, in perfecte staat en goed geslepen is.
Zo niet dient u het mes te slijpen of te vervangen.
- 45 -
23.09.2016 09:41:13
23.09.2016 09:41:13