Indien het roterende mes een voorwerp raakt,
de maaier uitschakelen en wachten tot het mes
helemaal stilstaat. Controleer vervolgens de toe-
stand van het mes en de meshouder. Indien die
beschadigd zijn moeten ze worden vervangen.
Leg de gebruikte aansluitkabel van het toestel
in bochten voor het gebruikte stopcontact op de
grond. Rijdt het gras al weggaand van het stop-
contact of de kabel af en let er op dat de aansluit-
kabel van het toestel steeds binnen het afgereden
gazongedeelte ligt om te voorkomen dat u met
de grasmaaier over de kabel rijdt. Zodra tijdens
het maaien grasresten blijven liggen, moet de
opvangzak leeg worden gemaakt.
Let op!
Vóór het afnemen van de opvangzak de motor
afzetten en wachten tot het maaigereedschap
tot stilstand is gekomen. Om de opvangzak af te
nemen tilt u met één hand de uitlaatklep op en
met de andere hand neemt u de opvangzak aan
het handvat uit. Overeenkomstig de veiligheids-
voorschriften valt de uitlaatklep bij het afnemen
van de opvangzak dicht en sluit de achterste
uitwerpopening. Als daarbij grasresten in de
opening blijven hangen, trekt u de maaier best
ongeveer 1 m terug om het starten van de motor
te vergemakkelijken. Grasresten in de omkasting
van de maaier en op het werkgereedschap niet
met de hand of de voet verwijderen maar met de
gepaste hulpmiddelen, b.v. borstel of handveger.
Om een goed opraapresultaat te bereiken dienen
de opvangzak en vooral het net na gebruik van
binnen te worden schoongemaakt. Opvangzak
enkel vasthaken als de motor afgezet is en het
maaigereedschap stilstaat. Uitwerpklep met één
hand optillen en met de andere hand de opvangz-
ak aan het handvat vasthouden en van boven
vasthaken.
7. Vervanging van de
netaansluitleiding
Als de netaansluitleiding van dit apparaat be-
schadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant
of diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalifi ceerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
Anl_GC_EM_1437_SPK2.indb 46
Anl_GC_EM_1437_SPK2.indb 46
NL
8. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
8.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
•
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
•
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt. Door binnendrin-
gen van water in een elektrische apparatuur
verhoogt het risico van een elektrische schok.
8.2 Koolborstels
Bij bovenmatige vonkvorming laat u de koolbors-
tels door een bekwame elektricien nazien. Let op!
De koolborstels mogen enkel door een bekwame
elektricien worden vervangen.
8.3 Onderhoud
•
Afgesleten of beschadigde messen,
meshouder en bouten moeten per set door
een geautoriseerde vakman worden vervan-
gen teneinde de uitgebalanceerde toestand
te behouden.
•
De maaier mag niet met stromend water,
vooral niet onder hoge druk, schoon worden
gemaakt. Zorg ervoor dat alle bevestigings-
elementen (schroeven, moeren enz.) steeds
goed vast aangehaald zijn zodat u veilig met
de maaier kunt werken.
•
Controleer de grasopvanginrichting vaker op
slijtageverschijnsels.
•
Vervang afgesleten of beschadigde onder-
delen.
•
Berg uw gazonmaaier in een droge ruimte op.
•
Voor een lange levensduur is het aan te beve-
len alle te schroeven onderdelen alsook de
wielen en assen schoon te maken en vervol-
gens te oliën.
•
Door de gazonmaaier regelmatig te onder-
houden zal hij niet alleen lang meegaan
en goed werken, maar zal hij u ook in staat
stellen uw gazon zorgvuldig en gemakkelijk
- 46 -
23.09.2016 09:41:13
23.09.2016 09:41:13