Beschrijving van alarmcodes
1) "- -": Wordt weergegeven wanneer de motor niet draait of het motortoerental niet
kan worden gedetecteerd. De motor en mixer werken niet meer.
2) "NL": Verschijnt wanneer de motor uitvalt of de temperatuur van de drank te hoog
is, waardoor de motor zwaar wordt belast en de snelheid onder de ingestelde
waarde zakt. De motor en mixer werken niet meer.
Machinekenmerken met één cilinder (model RCSL 1/6A)
1) Mengen:
Druk op de mix/clean-toets ("CLEAN/-") om de mixfunctie te starten; het
•
mixlampje gaat branden.
Druk nogmaals op de CLEAN/--toets om de mixfunctie uit te schakelen.
•
2) Koeling:
Druk op de koeltoets ("AUTO/+") om de koelfunctie te starten; het koellampje
•
begint te knipperen. Zodra de compressor start, stopt het indicatielampje met
knipperen.
Wanneer de koeling 100% bereikt, knippert het koellampje opnieuw.
•
Druk nogmaals op de koeltoets ("AUTO/+") om de koelfunctie uit te
•
schakelen; het koellampje gaat uit.
Let op: Als u van reinigen naar koelen overschakelt, schakel dan eerst de reinigingsmodus
uit. Schakel op dezelfde manier de koelmodus uit voordat u overschakelt naar reinigen.
NL