Vervangen van de arm (Fig. 2)
Door de standaard-uitgeruste arm te vervangen door een
optionele arm kunt u een schuurband gebruiken
die 6 mm of 13 mm breed is. Verwijder de arm door de
bevestigingsschroef van de arm los te draaien. Monteer
de arm die geschikt is voor de schuurband die u gaat
gebruiken, en draai de schroef goed vast.
Trekschakelaar (Fig. 3)
LET OP:
• Alvorens het netsnoer op het stopcontact aan te slui-
ten, dient u altijd te controleren of de trekschakelaar
behoorlijk werkt en bij loslaten onmiddellijk naar de
"OFF" positie terugkeert.
Voor het inschakelen van het gereedschap, hoeft u de
trekschakelaar slechts in te drukken. Laat de trekker-
schakelaar los voor het uitschakelen.
Voor continu boren wordt de trekschakelaar en vervol-
gens de vergrendelingsknop ingedrukt.
Om het gereedschap vanuit deze vastzetpositie te stop-
pen, de trekschakelaar volledig indrukken en deze dan
loslaten.
Snelheidsregelknop (Fig. 4)
De bandsnelheid kan worden afgesteld op een willekeu-
rige snelheid tussen 5 m en 28 m per seconde door de
snelheidsregelknop te draaien en in te stellen op een cij-
fer van 1 tot 6.
De snelheid vermeerdert wanneer de knop in de richting
van cijfer 6 wordt gedraaid, en vermindert wanneer deze
in de richting van cijfer 1 wordt gedraaid. Kies de snel-
heid die geschikt is voor het werkstuk dat u wilt schuren.
LET OP:
• De snelheidsregelknop kan niet verder dan 6 en niet
verder terug dan 1 worden gedraaid. Forceer de knop
niet voorbij 6 of 1, aangezien de snelheidsregeling
daardoor defect kan raken.
INEENZETTEN
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en dat
zijn stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens
enig werk aan het gereedschap uit te voeren.
Aanzetten of verwijderen van de schuurband
(Fig. 5)
Trek de nok zo ver mogelijk naar buiten. Monteer de
schuurband over de achterste schijf, en schuif hem dan
over de voorste schijf terwijl u hem in de richting van de
voorarm naar buiten trekt. Breng daarna de nok terug
naar zijn oorspronkelijke positie.
Afstellen van de schuurbandloop (Fig. 6)
Schakel het gereedschap in en controleer of de schuur-
band goed is uitgelijnd.
Gebruik de regelknop om de loop van de schuurband te
centreren. Draai de regelknop naar rechts om de arm
meer naar rechts te doen komen, of naar links om de
schuurband meer naar links te doen komen.
Een Makita-stofzuiger aansluiten (Fig. 7 en 8)
LET OP:
• Sluit altijd de afsluitdop wanneer de stofzuiger niet is
aangesloten op het mondstuk. Steek nooit uw vinger in
het mondstuk.
Door een Makita-stofzuiger op de bandschuurmachine
aan te sluiten, kunt u nog schoner werken.
Open de dop van het mondstuk en breng het stofzuig-
mondstuk aan. Verbind de slang van een stofzuiger/stof-
vanger met het stofzuigmondstuk.
Wanneer u aansluit op een Makita stofzuiger, is een
optionele slang met een binnendiameter van 28 mm
nodig.
BEDIENING
(Fig. 9, 10 en 11)
Houd het gereedschap met beide handen stevig vast.
Schakel het gereedschap in en wacht totdat het op volle
snelheid draait. Plaats het gereedschap voorzichtig op
het werkstuk en beweeg het gereedschap naar voren en
naar achteren. Druk de schuurband slechts licht op het
werkstuk. Als u hard drukt, kan de schuurband worden
beschadigd en de levensduur van het gereedschap wor-
den verkort.
Gebruik voor het schuren van het werkstuk altijd het
bereik "A" van de schuurband.
LET OP:
• Als de kans bestaat dat het werkstuk beweegt tijdens
het uitvoeren van de werkzaamheden, zet u het werk-
stuk vast met klemtangen of iets dergelijks.
• Het gereedschap mag het oppervlak van het werkstuk
niet reeds raken op het moment dat u het gereedschap
in- of uitschakelt. Als u dit toch doet, kan dit leiden tot
een slecht schuurresultaat, beschadiging van de
schuurband of verlies van controle over het gereed-
schap.
• Wees tijdens het werken met het gereedschap erg
voorzichtig ieder contact te vermijden tussen het
gereedschap en de schuurband met enig deel van uw
of iemand anders lichaam of enig voorwerp in de buurt.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en zijn
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens te
beginnen met inspectie of onderhoud.
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en
dergelijke. Hierdoor kunnen verkleuring, vervormingen
en barsten worden veroorzaakt.
17