! Wanneer het apparaat geïnstalleerd is moeten het snoer
en het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! De kabel mag niet worden gebogen of samengedrukt.
! De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en
mag alleen door erkende monteurs worden vervangen (zie
Service).
! De fabrikant kan nergens aansprakelijk voor worden
gesteld als deze normen niet worden nageleefd.
Gasaansluiting
De aansluiting van het apparaat aan de gasbuizen moet
worden uitgevoerd zoals voorgeschreven door de geldende
normen, en nadat men er zeker van is dat het fornuis is
ingesteld voor het type gas dat men gaat gebruiken. In
beschreven in de paragraaf "Aanpassing aan verschillende
types gas".
Om het apparaat aan de gasbuizen
en I2L voor Nederland), dient men
eerst de verbinder te monteren."R"
(Deze is op aanvraag verkrijgbaar
bij de technische-service-dienst
Ariston) Tevens dient men zijn
pakking op de verbinder "G",die
er uit ziet als een "L" , van de
voedings-struktuur te monteren. De verbinder is gedraad:
De aansluiting voert men uit met behulp van:
- een onbuigbare buis (voor Belgie volgens de normen
NBN D51-003)
zit en voortzet met bedradingsverbinder.
Daarbij dient het apparaat uitgerust te zijn van een
gaskraantje (voor Belgie A.G.B.) die gemakkelijk draaibaar
dient te zijn. Voor Nederland dient dit gaskraantje aan de
huidige Nationale Normen te voldoen.
Aansluiting met onbuigzame buis (koper of staal)
! De aansluiting aan de gasleiding moet zodanig worden
uitgevoerd dat het apparaat niet beweegt.
Op de voedingsstructuur van het apparaat bevindt zich een
"L"-vormig, richtbaar verbindingsstuk waarvan de afdichting
is verzekerd door een pakking. Als het verbindingsstuk
gedraaid moet worden is het absoluut noodzakelijk de
pakking te vervangen (bij het apparaat geleverd). Het
verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot het
schroefbout.
een onafgebroken wand voorzien van aanhechtingen
met schroefdraad.
Het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot het
schroefbout.
De in werking stelling van deze buizen moet zodanig
worden bewerkstelligd dat hun lengte in uitgerolde toestand
niet meer dan 2000 mm is. Nadat de aansluiting heeft
buis niet in contact komt met de beweegbare delen of dat
hij vastgekneld raakt.
! Gebruik uitsluitend buizen en afdichtingen die voldoen
aan de geldende landelijke normen.
Controleren gasdichtheid
! Nadat het installeren heeft plaats gevonden moet de
perfecte gasdichtheid van alle verbindingsstukken worden
gecontroleerd met een zeepoplossing en nooit met een vlam.
Aanpassen aan de verschillende soorten gas (voor
België)
Voor het aanpassen van de kookplaat aan een ander soort
gas dan waarvoor hij is bestemd (aangegeven op het
typeplaatje aan de onderkant van de kookplaat of op de
verpakking), moeten de straalpijpjes van de branders op
de volgende wijze worden vervangen:
1. verwijder de roosters van de kookplaat en schuif de
branders uit hun plaats.
L
2. schroef de straalpijpjes los met een steeksleutel van
7mm en vervang ze met de straalpijpjes geschikt voor
G
het nieuwe type gas (zie tabel 1 "Kenmerken van de
branders en de straalpijpen").
R
3. zet de onderdelen weer op hun plaats door de
handelingen in omgekeerde volgorde uit te voeren.
4. aan het einde van deze handelingen moet u het oude
etiket dat de gasinstelling aangeeft vervangen met het
etiket dat overeenkomt met het nieuwe gas dat u gaat
gebruiken, verkrijgbaar bij onze Technische Service
Centers.
De branders hebben geen regeling van de primaire lucht
nodig.
3. Controleer of de brander aanblijft als u de knop snel van
hoog naar laag draait.
4. Als bij de apparaten met een veiligheidsmechanisme
(thermo-element) dit systeem niet werkt als de branders
op de minimum stand staan, moet u het minimum
verhogen door aan de stelschroef te draaien.
2.Verwijder de knop en draai aan
het regelschroefje in of naast de
spil van het kraantje totdat u een
kleine, regelmatige vlam bereikt.
NL
DE
63