7.
De juiste grootte van de manchet is belangrijk voor een juiste bloeddrukmeting. Voor het meten van
reproduceerbare waarden moeten gestandaardiseerde meetomstandigheden bestaan, d.w.z. de
manchetgrootte moet aan de patiënt worden aangepast. Met het meegeleverde meetlint wordt de
omtrek van de arm in het midden van de bovenarm gemeten en de manchet geselecteerd:
Omtrek van de bovenarm
14 - 20 cm (5,5-7,9 Inch)
20 - 24 cm (7,9-9,5 Inch)
24 - 32 cm (9,5-12,6 Inch)
32 - 38 cm (12,6-15,0 Inch)
38 – 55 cm (15,0-21,7 Inch)
8.
Sluit de drukslang van de manchet aan op de bloeddrukmeter. Duw de slang stevig op de aansluiting,
de drukslang moet hoorbaar inklikken. Trek bij het losmaken de metalen buitenste ring van de stekker
terug.
9.
De bloeddrukmeter is nu correct aangebracht en klaar voor meting.
De voorbereiding voor de bloeddrukmeter met behulp van HMS CS, leest u in de
gebruiksaanwijzing van de HMS CS.
Nadat alle voorgaande stappen zijn uitgevoerd, kan de bloeddrukmeter in gebruik worden genomen. Eerst wordt
een handmatige meting uitgevoerd door op de knop "START" te drukken. U kunt deze meting gebruiken om te
bepalen of de bloeddrukmeter goed werkt.
Als er fouten optreden, controleer dan nogmaals de juiste procedure voor het instellen en aanleggen van het
apparaat. Als dit niet werkt, herhaal dan de inbedrijfstellingsprocedure.
Pas na een geslaagde handmatige meting mag de patiënt gaan totdat het apparaat wordt verwijderd.
Manchet
XS
S
M
L
XL
Productbeschrijving
NL
345