Volgens de ICAO TI en IATA DGR voorschiften mag de accu
niet aan boord van passagiersvluchten worden vervoerd, maar
uitsluitend in vrachtvliegtuigen.
Tips voor handhaven van de optimale accugebruiksduur:
1. Probeer niet om een volledig geladen accu verder op te laden.
2. Overmatig opladen kan de gebruiksduur van de accu doen
afnemen.
3. Laad de accu op bij een omgevingstemperatuur van 10°C –
40°C. Als de accu heet is, laat u die eerst afkoelen alvorens
hem op te laden.
4. Ook als u de accu geruime tijd lang niet gebruikt, dient u hem
toch telkens om de zes maanden eenmaal op te laden.
Opmerking:
•
De oplaadmethode kan verschillen van land tot land en
van streek (provincie) tot streek (provincie). Raadpleeg uw
dichtstbijzijnde erkende Makita onderhoudsdienst of uw
leverancier.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR DE
ACCULADER
LET OP:
DIT
APPARAAT
•
WORDEN GEBRUIKT DOOR
KINDEREN VAN 8 JAAR
EN
OUDER
PERSONEN MET BEPERKTE
FYSIEKE,
OF
VERSTANDELIJKE
VERMOGENS OF GEBREK
AAN
ERVARING
KENNIS VAN ZAKEN, MAAR
ALLEEN ONDER TOEZICHT
OF
NA
VEILIG GEBRUIK VAN HET
APPARAAT, MET BEGRIP VAN
DE EVENTUELE RISICO'S.
KINDEREN MOGEN NIET MET
HET
APPARAAT
REINIGEN EN ONDERHOUD
VAN HET APPARAAT MAG
NIET
DOOR
WORDEN VERRICHT, TENZIJ
ONDER TOEZICHT.
BEWAAR DEZE
•
INSTRUCTIES
–
Deze
gebruiksaanwijzing
veiligheidsvoorschriften en bedieningsaanwijzingen voor de
acculader.
LET OP
•
hiermee alleen MAKITA oplaadbare accu's opladen. Andere
typen accu's zouden kunnen barsten, met gevaar voor
persoonlijk letsel en schade.
•
Gebruik de juiste acculader die geschikt is voor het te gebruiken
gereedschap.
OF
DOOR
ZINTUIGLIJKE
INSTRUCTIE
SPELEN.
KINDEREN
bevat
belangrijke
– Om kans op letsel te voorkomen,
•
Ga voorzichtig met de acculader om. Als de acculader valt of
ergens hard tegenaan stoot, zou deze kunnen vervormen,
barsten of defect raken.
•
Til de acculader nooit aan het snoer op en ruk er niet aan om de
aansluiting te verbreken.
•
Houd het snoer uit de buurt van hitte, olie, chemicaliën en
scherpe randen.
•
Gebruik een stroombron met het voltage dat staat aangegeven
op het naamplaatje van de acculader.
•
Gebruik geen verhogingstransformator, motorgenerator of
gelijkspanningsstopcontact.
•
Stel de acculader niet bloot aan regen of sneeuw.
•
Verricht het opladen niet in de buurt van vluchtige of licht
ontvlambare materialen zoals benzine, verf, gas, lijm e.d.
•
Probeer niet om de acculader te demonteren.
•
De acculader is alleen bestemd voor het opladen van MAKITA
producten met een inwendige accu.
•
Tijdens het opladen mag u het gereedschap niet gebruiken.
•
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u de accu
aansluit of losmaakt.
•
Probeer nooit om niet-oplaadbare batterijen op te laden.
BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN
MAG
(Fig. 1)
1.
Adapter
2.
Acculader
3.
Accu-
indicatorpaneel
FUNCTIEBESCHRIJVING
Werking van de schakelaar (Fig. 3)
Om de accu in te schakelen, drukt u op de AAN/UIT-schakelaar
(9). Om de accu uit te schakelen, drukt u nogmaals op de
schakelaar.
OF
Accubeveiligingssysteem
De accu is voorzien van een beveiligingssysteem. Dit systeem
schakelt automatisch de stroom naar het gereedschap uit om de
levensduur van de accu te sparen.
Het gereedschap zal tijdens gebruik automatisch stoppen
IN
wanneer de accu aan één van de volgende omstandigheden
wordt blootgesteld:
•
Overbelasting:
Als het gereedschap wordt gebruikt op een manier die een
abnormaal hoge stroomsterkte vergt.
In dit geval schakelt u het gereedschap uit, maakt u de adapter
van het gereedschap los en verhelpt u de oorzaak van de
overbelasting.
Vervolgens maakt u de adapter weer vast en schakelt u het
gereedschap in om het opnieuw te starten.
•
Oververhitting:
Wanneer de accu oververhit raakt, wordt de stroomtoevoer
automatisch uitgeschakeld. Het gereedschap werkt niet, ook al
hebt u het ingeschakeld.
In dit geval staakt u het gebruik van de accu, maakt u de
adapter van het gereedschap los en laat u de accu afkoelen.
•
Onvoldoende accuspanning:
Als de resterende accuspanning onvoldoende is, zal het
gereedschap niet starten. In dit geval maakt u de adapter van
het gereedschap los en laadt u de accu opnieuw op.
Het opladen begint niet als het accubeveiligingssysteem in
werking is getreden omdat de accu te heet of te koud is. Het
opladen wordt hervat wanneer de accu weer op normale
temperatuur is gekomen.
Controleren van de resterende accuspanning (Fig. 4)
Druk op de controleknop (10) om de resterende accuspanning
aangegeven te zien.
Het indicatorlampje (11) zal dan ongeveer drie seconden lang
oplichten.
Aanduidingen van de lampjes
Indicatorlampjes
: Aan : Uit : Knippert
Leeg
4.
Opbergvak
7.
Schouderband
5.
Draagtuig
8.
Onderste gesp
6.
Bovenste gesp
9.
AAN/UIT-
schakelaar
Resterende accuspanning
Vol
70% tot 100%
45% tot 70%
20% tot 45%
17