Float spanning instellen
Deze instelparameter omvat de gemiddelde accutemperatuur en wordt aangegeven door de
letter 'T'. Deze parameter kan worden ingesteld op T.NO (normaal), T.LO (laag) en T.HI
(hoog) en bepaalt het niveau van laadspanningscompensatie voor GEL, AGM en Flooded
accutypes. Voor meer informatie, ga naar hoofdstuk 3.3. Wanneer een
accutemperatuursensor (BTS) met de lader is verbonden, wordt deze instelparameter
automatisch uitgeschakeld en wordt de werkelijke accutemperatuur gebruikt om het
compensatieniveau van de laadspanning te berekenen. Wanneer de gewenste waarde is
geselecteerd, dient de SET knop ingedrukt te worden om naar de volgende instelparameter
te gaan. Zie de volgende afbeeldingen:
Accutemperatuur instellen
Deze instelparameter omvat de laadherstartspanning en wordt aangegeven door de drie
bovenste segmenten binnenin het accupictogram. Dit is het spanningsniveau waarbij de
lader het laadproces automatisch zal herstarten (zie hoofdstuk 3.3 voor meer informatie).
Deze waarde kan worden ingesteld tussen 12.5V en 14.0V in stappen van 0.1V. Wanneer de
gewenste waarde is geselecteerd, dient de SET knop ingedrukt te worden om naar de laatste
instelstap van accubank 1 te gaan.
Einde van accubank 1
hoofdsectie
SET
Accutemperatuur instellen
Laadherstartspanning
SET
51
instellen