eventueel het VIKING symbool op de
onderdelen. Op kleine onderdelen kan ook
alleen het teken staan.
Houd waarschuwings- en
instructiestickers altijd leesbaar en
schoon. Beschadigde of verloren gegane
stickers moeten via uw VIKING
vakhandelaar door nieuwe originele
stickers worden vervangen. Let er bij het
vervangen van een onderdeel door een
nieuw onderdeel op dat het nieuwe
onderdeel van dezelfde stickers is
voorzien.
Werk aan de snijeenheid uitsluitend met
dikke werkhandschoenen en met de
uiterste voorzichtigheid.
Zorg voor een veilig gebruik van het
apparaat en zorg ervoor dat alle moeren,
bouten en schroeven, en zeker de
mesbout goed zijn vastgedraaid.
Inspecteer het gehele apparaat en de
grasopvangbox op gezette tijden, in het
bijzonder voor de opslag van het apparaat
(bijv. voor de winterpauze), op slijtage en
beschadigingen. Versleten of
beschadigde onderdelen moeten om
veiligheidsredenen direct worden
vervangen, om ervoor te zorgen dat de
machine altijd in veilige staat is.
Als onderdelen of
veiligheidsvoorzieningen voor
onderhoudswerkzaamheden zijn
verwijderd, moeten deze weer meteen en
correct worden aangebracht.
Maaimessen regelmatig controleren op
veilige montage, schade en slijtage.
74
4.7 Opslag bij langdurige
bedrijfsonderbrekingen
Het afgekoelde apparaat in een droge,
afgesloten ruimte bewaren.
Controleer of het apparaat tegen gebruik
door onbevoegden (bijv. kinderen) is
beveiligd.
Reinig het apparaat voor het opslaan (bijv.
winterpauze) grondig.
Sla het apparaat in een veilige staat op.
4.8 Waarschuwing - gevaar voor
elektrische schokken
Opgelet!
Gevaar voor stroomstoten!
Voor de elektrische
veiligheid zijn de
voedingskabel, stekker,
aan- / uit-knop en de
aansluitkabel erg belangrijk.
Beschadigde kabels, koppelingen
en stekkers of aansluitkabels die
niet aan de voorschriften voldoen,
mogen niet gebruikt worden, zodat
gevaar voor elektrische schokken
kan worden voorkomen.
Controleer de aansluitkabel
regelmatig op beschadigingen of
slijtage (barsten).
Gebruik nooit een beschadigde
verlengkabel. Vervang defecte kabels
door nieuwe en repareer verlengkabels
niet.
Gebruik het apparaat nooit als de kabels
beschadigd of versleten zijn. Controleer
met name de voedingskabel op schade en
veroudering.
Onderhouds- en
herstellingswerkzaamheden aan
voedingskabels mogen alleen door
speciaal opgeleide vaklui worden
uitgevoerd.
Gevaar voor stroomstoten!
Een beschadigde kabel mag niet op het
stroomnet worden aangesloten en u mag
een beschadigde kabel pas aanraken als
deze is losgekoppeld.
Gevaar voor stroomstoten!
Beschadigde kabels, koppelingen en
stekkers of aansluitkabels die niet aan de
voorschriften voldoen, mogen niet worden
gebruikt.
Raak de snijeenheden (messen) pas aan
nadat het apparaat van de voeding is
losgekoppeld.
Let er altijd op dat de gebruikte
voedingskabels voldoende beveiligd zijn.
Ofschoon de elektromotor tegen
opspattend water beschermd is,
mag het apparaat niet bij regen
en ook niet in een natte omgeving
worden gebruikt.
Gebruik uitsluitend vochtwerende
verlengkabels voor buitengebruik die voor
het gebruik met het apparaat geschikt zijn
(
11.1).
De kabel tijdens het maaien op afstand
van de messen houden.
Verwijder de aansluitkabel met de stekker
en de stekkerbus en trek niet aan de
aansluitkabels zelf.
Bedenk dat het apparaat bij het aansluiten
op een stroomaggregaat door
spanningsschommelingen kan worden
beschadigd.
0478 121 9920 D - NL