Bediening
Toelaatbare brandstoffen
De onderstaande aangevoerde brandstoffen zijn
toelaatbaar:
● Zuivere houtstukken in de vorm van kloofhout.
Maximale lengte: ....33 cm
Omvang: ...........ca. 30 cm
Kloofhout bereikt na een opslag van 2 tot 3 jaar in de
open lucht (slechts boven afgedekt) een vochtigheid
van 10 to 15% en is dan best voor het stoken geschikt.
Vers gehakt hout heeft een heel hoge vochtigheid en
brandt daarom slecht. Naast de heel geringe verwar-
mingswaarde belst het aanvullend het milieu. De ver-
hoogde condensaat- en teervorming kan de aanleiding
zijn, dat de haard en de schoorsteen vol roet en teer
geraken.
Uit het diagram blijkt dat het verbruik bij gekapt hout
(verwarmingswaarde 2,3 kWh/kg) in vergelijking met
droog hout (verwarmingswaarde 4,3 kWh/kg) bijna
dubbel zo hoog is.
Verwarmingswaarde [kWh/kg]
min. 2 jaar lang droog opgeslagen hout
Slechts met deze brandstoffen bereikt U een optimale
verbranding en stookt U milieuontziend. Door de brand-
stoftoevoer in gedeeltelijke hoeveelheden wordt een
onnodige emissie vermeden. Een zuivere afbrand her-
kent U daaraan, dat de vuurvaste klei helder verkleurd.
Volgens de Duitse Emissiebeschermingswet is het
verboden, bijv. de volgende brandstoffen in haarden
te verbranden:
● Vochtig resp. met houtconserveermiddelen be-
handeld hout
● Houtzaagsel, spaanders, slijpstof
● Schors- en spaanderplaatresten
● Steenkoolgruis
● andere afvallen
● Papier en karton (buiten om aan te steken)
● Stro
28
gekapt hout
Vocht [%]
Neemt U in acht voor het eerste stoken
● Bij het openen van de verbrandingsruimtedeur gaat
de sluithaak automatisch omhoog en wordt door
veerkracht in de OPEN-stand gehouden. Bij het on-
bedoeld bedienen van de sluithaak bij geopende
deur van de brandruimte moet deze handmatig voor
het sluiten van de deur van de brandruimte weer te-
rug in de OPEN-stand worden gezet.
● Alle toebehoren uit de aslade en verbrandings-
ruimte verwijderen.
● De optredende geur door het verdampen van de
beschermingsverlakking verdwijnt, wanneer de
haardkachel meerdere uren heeft gebrand (ruimte
goed ontluchten).
● De haardkachel is met een hoogwaardige tempera-
tuurbestendige laklaag voorzien, die zijn definitie-
ve vastheid eerst na het eerste verwarmen bereikt.
Zet U daarom niets op de haardkachel en beroert U
de oppervlakken niet, omdat anders de laklaag kan
worden beschadigd.
● Zodra het aanmaakmateriaal brandt, 2 maal een
vuur aanleggen met ca. 3 kg hout, zodat de tempera-
tuurbestendige lak zijn definitieve vastheid verkrijgt.
● Opgelet: De opslag van de brandstof onder de
Verbrandingsruimtedeur,
onderste voorpaneel (Fig.3, Pos.8) is
verboden.
Aansteken
● Voor het ontsteken van de haardkachel moet u con-
troleren of er geen brandbare voorwerpen op de
haardkachel liggen.
● Aslade eventueel ledigen en weer inschuiven.
● Verbrandingsluchtklep compleet openen.
● Geopend vuurroster = uitgetrokken regelhendel
● Aanmaakmateriaal (aanmaakblokjes en droog, klein
aanmaak-hout) leggen en ontsteken.
● Verbrandingsruimtedeur sluiten, opdat het aansteek-
materiaal goed kan beginnen te branden.
● U kunt, na ontbranding van het ontstekingsmateri-
aal, de hoeveelheid brandstof bijstellen volgens de
warmtebehoefte (zie hoofdstuk „Stoken").
Sluithaak in OPEN-stand
voordat
de