Funcionamiento - IMG STAGELINE DIGAM-3000 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

De versterkers onderscheiden zich door hun hoge uit-
gangsvermogen RMS en rendement (95 %). De ge-
stabiliseerde digitale eindversterker zorgt voor een
stabiel uitgangsvermogen van het toestel - ook bij
schommelingen van het elektriciteitsnet. Uitgebreide
beveiligingscircuits voorkomen beschadiging van de
versterker en van de aangesloten luidsprekers.
4 De versterker opstellen
De versterker is speciaal ontworpen voor montage in
een 19"-rack (482 mm). Hij kan echter ook als vrij-
staand tafelmodel gebruikt worden. In elk geval moet
de lucht door de ventilatieopeningen aan de achter-
zijde kunnen stromen, om een voldoende ventilatie
van de versterker te garanderen.
4.1 Montage in een rack
Voor de montage in een rack is 1 HE (1 hoogte-een-
heid = 44,45 mm) nodig. Zorg hierbij evenwel voor
extra ruimte boven en onder de versterker om vol-
doende ventilatie te verzekeren.
Om te voorkomen dat het rack topzwaar wordt,
dient de versterker onderaan in het rack gemonteerd
te worden. De frontplaat is niet voldoende voor een
veilige bevestiging. Het toestel moet via de twee
montagebeugels aan de achterzijde stevig in het rack
vastgeschroefd worden resp. - indien dit niet moge-
lijk is met het gebruikte rack - extra ondersteund
worden door zijdelingse rails of een bodemplaat.
5 De versterker aansluiten
Schakel de versterker uit, alvorens toestellen op de
versterker aan te sluiten resp. bestaande aansluitin-
gen te wijzigen.
5.1 Ingangen en doorvoeruitgangen
1) Sluit de uitgang van de voorversterker resp. van
het mengpaneel aan op de XLR-ingangsjacks
(17) en (12) van de kanalen 1 en 2. Het ingangs-
signaal van de versterker zou lijnniveau moeten
aantonen.
Los amplificadores ofrecen una alta potencia de sali-
da rms y una alta eficacia (95 %). La parte final digi-
tal estabilizado del amplificador proporciona una po-
tencia de salida estable - incluso con fluctuaciones
en la alimentación. Numereros circuitos de protec-
ción protegen el amplificador y los altavoces conec-
tados contra daños.
4 Instalación del amplificador
El amplificador se ha diseñado specialmente para
la inserción en un rack (482 mm/19") pero también
puede utilizarse encima de una mesa. En cada caso
el aire debe poder circular sin obstrucción a través
de las aperturas del lado trasero de la unidad para
asegurar una refrigeración suficiente.
4.1 Instalación en rack
Para la instalación en rack es necesario 1 espacio
(= 44,45 mm). Asimismo es necesario que quede es-
pacio arriba y abajo para asegurar una ventilación
suficiente.
Para evitar un excesivo peso en la parte superior
del rack colocar el amplificador en la parte inferior.
Para una correcta fijación del mismo, la placa delan-
tera no es suficiente.La unidad debe atornillarse
fuertemente al rack, mediante los anillos de sujeción
en la parte trasera. Si el rack donde se coloca no dis-
pone de dicho elemento, debe ser apoyada adicio-
nalmente mediante barras laterales o una plataforma
en el fondo.
5 Conexión del amplificador
Antes de conectar a las unidades, tanto si es por la
primera vez, como si se cambian conexiones, apa-
gar el amplificador.
5.1 Entradas y salidas de pasaje
1) Conectar la salida del preamplificador resp. del
mezclador a las entradas XLR (17) y (12) de los
canales 1 y 2. La señal de entrada del amplifica-
dor debe tener nivel línea.
12
2) De XLR-stekkers (16) en (13) voor de kanalen 1
en 2 zijn parallelgeschakeld met de overeenkom-
stige ingangsjacks (17) en (12). Aan deze aanslui-
tingen kan het doorgestuurde ingangssignaal van
het kanaal afgenomen worden. Indien het signaal
naar een nageschakeld toestel (bv. tweede ver-
sterker) gestuurd wordt, sluit dan de ingang van
dit toestel aan op de overeenkomstige XLR-in-
bouwstekker.
De XLR-aansluitingen van de versterker zijn gebalan-
ceerd, maar ze kunnen ook ongebalanceerd aange-
sloten worden. Bij ongebalanceerde verbinding moe-
ten Pin 1 en 3 met de aan te sluiten stekker resp. met
de aan te sluiten jack verbonden worden. (Zie ook af-
beelding 8.)
5.2 Luidsprekers
De luidsprekers moeten een belastbaarheid hebben
die gelijkwaardig is met het uitgangsvermogen van de
versterker (zie "Technische gegevens", pagina 13).
De aansluitingsmogelijkheden voor diverse luid-
sprekers met één kanaal vindt u terug op de afbeel-
dingen 5 tot 7. Bij aansluiting van diverse luidspre-
kers is het in het bijzonder belangrijk om erop te
letten dat de juiste polariteit gebruikt wordt en dat de
totale impedantie tenminste 2 Ω bedraagt.
1) Sluit de luidsprekers aan op de speakon-jacks
(15) en (14) van de kanalen 1 en 2.
Configuratie van de stekker (zie afb. 8):
Pin 1+ en 2+ op de positieve pool van de luid-
spreker (gemarkeerde draad)
Pin 1- en 2- op de negatieve pool van de luid-
spreker
2) Steek de speakon-stekkers in de overeenkom-
stige jacks en draai ze naar rechts tot ze vastklik-
ken. Om de stekkers later te verwijderen, schuift u
de vergrendeling naar achter en draait u de stek-
ker naar links.
5.3 Aansluiting op het elektriciteitsnet
Sluit tenslotte de versterker aan op het stroomnet
(230 V~/50 Hz):
2) Los conectores XLR (16) y (13) para los canales 1
y 2 están conectados en paralelo con las tomas
de entrada respectivas (17) y (12). Se puede
tomar la señal de entradra pasada del canal en
estas conexiones. Si se necesita alimentar una
unidad siguiente (por ej. un segundo amplifica-
dor), conecte la entrada de esta unidad al conec-
tor XLR macho correspondiente.
Las conexiones XLR del amplificador son simétricas,
pero se pueden también conectar en asimétricas. En
este caso conecte pins 1 y 3 a los conectores que
deben conectarse. (Vea también fig. 8.)
5.2 Altavoces
Los altavoces deben tener una capacidad que co-
rresponde a la potencia de salida del amplificador
(vea "Características técnicas", página 13).
Las figuras 5 – 7 representan las posibilidades de
conexión de varios altavoces a un canal: es conveni-
ente de verificar bien las conexiones de los bornes
positivo y negativo; la impedancia total debe ser
como mínimo de 2 Ω.
1) Conecte los altavoces a las tomas Speakon (15) y
(14) de los canales 1 y 2.
Configuración de pin al conector (vea fig. 8):
pins 1+ y 2+ al polo positivo del altavoz
(conductor codificado)
pins 1- y 2- al polo negativo del altavoz
2) Conecte los conectores Speakon a las tomas co-
rrespondientes y gire hacia el lado derecho hasta
que queden bien fijados en su lugar. Para quitar-
los después, deslice las seguridades de cierre de
la conexión en el lado trasero, y gire el conector
hacia la izquierda.
5.3 Conexión de alimentación
Finalmente conecte el amplificador a la toma de red
(230 V~/50 Hz):
- Para modelo DIGAM-3000:
conecte el enchufe proporcionado con contacto
de tierra ("Schuko") del cable de red (11) a una
toma de red que disponga de contacto de tierra
("Schuko").
- Bij het model DIGAM-3000 verbindt u de randaar-
destekker van het netsnoer (11) met een geaard
stopcontact.
- Bij de modellen DIGAM-5000 en DIGAM-7000
sluit u de CEE-stekker van het netsnoer (11) aan
op een 3-polige CEE-stopcontact.
Opgelet! De versterker heeft een zeer hoog stroom-
verbruik. Sluit de versterker daarom enkel aan op
een extra beveiligde stroomkring. De stroomwaarde
van de zekering moet - afhankelijk van het model -
16 A (DIGAM-3000), 25 A (DIGAM-5000) of 35 A (DI-
GAM-7000) bedragen.
6 Werking
Plaats de regelaars (6) en (7) helemaal naar links in
de stand "-30 dB", alvorens de versterker een eerste
keer in te schakelen.
Om luide schakelploppen te vermijden, schakelt u
de versterker steeds als laatste onderdeel van het
geluidssysteem aan. Op dezelfde manier schakelt u
op het einde altijd eerst de versterker uit.
6.1 Inschakelen
Schakel de versterker met de schakelaar (1) in. Ter
controle licht de groene POWER-LED "READY" (10)
na ongeveer 4 seconden op. Wanneer op de ingan-
gen (17) en (12) van de kanalen 1 en 2 een signaal-
spanning aanwezig is, lichten de groene "SIGNAL"-
LED's (8) van de beide kanalen op.
6.2 Het niveau instellen
Stel met de regelaar (6) het uitgangsniveau van ka-
naal 1 in en met de regelaar (7) het uitgangsniveau
van kanaal 2.
Draai de regelaars maar zo ver open als nodig is,
tot het gewenste maximale volume bereikt is. De uit-
sturing van kanaal 1 en 2 wordt weergegeven door
de VU-meter (2) resp. VU-meter (3). De rode LED's
van de VU-meter geven de oversturing van de ver-
sterker aan. Bij oversturing dient u de niveaurege-
laars overeenkomstig terug te draaien.
- Para modelos DIGAM-5000 y DIGAM-7000:
conecte el enchufe CEE del cable de red (11) a
una toma de red CEE de 3 polos.
¡Atención! El amplificador tiene un consumo de co-
rriente muy alto. Por consiguiente, sólo conéctelo en
un circuito debidamente protegido mediante un fusi-
ble contra los cortocircuitos. El valor del fusible de-
pende del modelo y debe ser de 16 A (DIGAM-3000),
25 A (DIGAM-5000), o 35 A (DIGAM-7000).

6 Funcionamiento

Antes de conectarlo girar en pimer lugar los mandos
(6) y (7) totalmente en sentido contrario a las agujas
del reloj a "-30 dB".
Para evitar un fuerte ruido de conexión, conectar
el amplificador en un sistema PA siempre después
de haber conectado todas las demás unidades, y
para desconectar todo el sistema apágelo en primer
lugar.
6.1 Encendiendo
Conecte el amplificador mediante el interruptor (1).
El LED verde "READY" (10) se ilumina después de
aprox. 4 segundos para indicar que la unidad está
lista para su funcionamiento. Si hay señal de voltaje
presente en las entradas (17) y (12) de los canales 1
y 2, el LED verde "SIGNAL" (8) de ambos canales se
ilumina.
6.2 Ajustando el nivel
Ajuste el nivel de salida del canal 1 mediante el man-
do (6) y la salida nivel del canal 2 mediante el mando
(7).
Girar los mandos hasta donde sea necesario del
max. hasta encontrar el volumen deseado. El VU
metro (2) sirve como indicación de salida del canal 1
y el VU metro (3) para canal 2. Los LEDs rojos de los
VU metros muestran si hay sobrecarga en el amplifi-
cador. En caso de sobrecarga los mandos deben gi-
rarse al revés correspondientemente.

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Digam-5000Digam-700024.769024.770024.7710

Tabla de contenido