INSTALLATIE
– Zet het apparaat op een stabiel, vlak oppervlak dat niet
heet is en zich ook niet naast een hittebron bevindt. Het
oppervlak moet droog zijn. Houd het apparaat en de
stroomkabel buiten het bereik van kinderen.
– Plaats de sokkel tijdens het gebruik niet op een metalen
dienblad of ander metalen oppervlak.
– Controleer of de op het typeplaatje van het apparaat
aangegeven spanning met de lokale stroomspanning
overeenstemt. Sluit het apparaat alleen aan op een goed
geaard stopcontact met een minimum uitgangsvermogen
van 6A. (Gebruik een aardlekschakelaar (FI-schakelaar), een
elektromonteur kan u hier adviseren.) Terwijl het apparaat
in gebruik, is moet het stopcontact voor noodgevallen
toegankelijk zijn. De fabrikant wijst iedere aansprakeli-
jkeid voor ongevallen die door een foutieve of niet aan-
wezige aarding van het apparaat zijn ontstaan nadruk-
kelijk van de hand.
– Als het stopcontact voor de stekker van het apparaat niet
geschikt is, moet het door een geautoriseerde elektro-
monteur worden vervangen.
BEWAAR DEZE
INSTRUCTIES GOED
onderdelen van de Waterkoker
1 Klapdeksel
2 Drukknop om het deksel te openen
3 Kalkfilter
4 Peilglas
5 AAN/UIT-schakelaar
6 AAN/UIT-contolelampje
7 Sokkel
8 Max vulstand markering
9 Min vulstand markering
BiJzondere aanWiJzingen
NETSNOER
– Het apparaat heeft een kort netsnoer om het risico te
verminderen dat u in een langer snoer verwikkeld raakt of
erover struikelt.
– Indien u er voorzichtig mee bent, kunt u een verlengsnoer
gebruiken.
– Bij gebruik van een verlengsnoer moet de aangegeven
elektrische nominale waarde van het verlengsnoer ten-
117