1
Montage
Afb. 64
Amatron+ BAG0055.0 08.07
•
Basisuitvoering tractor (Fig. 1/1):
De basisuitvoering van de tractor (console met verdeler) moet in het
zicht en binnen handbereik rechts naast de bestuurder trillingsvrij en
elektrisch geleidend aan de cabine worden gemonteerd. De afstand
tot de radio resp. de radioantenne moet ten minste 1 m bedragen.
Zorg dat de behuizing van de computer via de console een
geleidende verbinding met het tractorchassis heeft! Bij de montage
moet op de montagepunten de lak worden verwijderd om
elektrostatische oplading te voorkomen.
•
Bedieningsterminal AMATRON
De houder met de computer wordt op de buis van de console
bevestigd.
•
Machinecomputer (Fig. 1/3):
Monteer de machinecomputer zoveel mogelijk afgeschermd aan de
machine.
•
Wielsensor (Fig. 1/4 of 5)
Sluit de wielsensor (afhankelijk van de uitvoering) op de
basisuitvoering van de tractor aan of op de machinecomputer.
Gebruik als alternatief een signaalkabel.
•
Signaalkabel voor signaalcontactdoos van de tractor
(Fig. 1/6):
Sluit de signaalkabel voor de signaalcontactdoos van de tractor aan
op de basisuitvoering van de tractor.
•
Werkstandsensor (Fig. 1/7):
Monteer de werkstandsensor zodanig aan de machine dat de sensor
wordt gedempt, wanneer de machine niet in de werkstand staat!
Sluit de werkstandsensor op de machinecomputer aan.
•
Accuaansluiting (Fig. 1/8):
De vereiste bedrijfsspanning bedraagt 12 V en moet rechtstreeks van
de accu resp. de 12 V-startmotor worden betrokken.
ο
Bruine kabel op de + pool.
ο
Blauwe kabel op de - pool.
Alvorens de AMATRON
te sluiten, moet in de bedieningshandleiding van de tractor worden
opgezocht bij de fabrikant van de tractor worden opgevraagd op
welke accu de computer moet worden aangesloten.
+
(Fig. 1/2):
+
op een tractor met meerdere accu's aan
Montage
45