Hach LANGE Manual Del Usuario página 135

Foutenlijst
Fouten kunnen om verschillende redenen optreden. De waarde op het
meetscherm knippert. Alle uitvoer wordt vastgehouden wanneer ze
gespecificeerd zijn in het besturingsmenu. Om de sensorfouten weer te
geven drukt u op de toets MENU en selecteert u Diagnostics (Diagnose),
[sensor selecteren], Error List (Foutenlijst). Een lijst van mogelijke fouten
is afgebeeld in Tabel 5.
Tabel 5 Lijst van fouten voor de sensor
Fout Beschrijving
SENSOR ONTBREEKT De sensor ontbreekt of is
losgekoppeld
Waarschuwingslijst
Een waarschuwing heeft geen effect op de werking van menu's, relais en
uitgangen. Er knippert een waarschuwingspictogram en er wordt een
bericht weergegeven onder in het meetscherm. Druk op de toets MENU
om de sensorwaarschuwingen weer te geven en selecteer Sensor Diag
(Sensordiagnose), [sensor selecteren], Warning List
(Waarschuwingslijst). Een lijst van mogelijke waarschuwingen wordt
weergegeven inTabel 6.
Tabel 6 Lijst van waarschuwingen voor de sensor
Waarschuwing Beschrijving
TOTALIZER VOL De totaalteller heeft zijn
maximale volume bereikt.
TEMP WARNING De temperatuur is buiten
(TEMP. bereik.
WAARSCHUWING)
Waarschuwing
ECHO ONTBRKT
Oplossing
Controleer de bedrading
en de aansluitingen voor
de sensor en de module.
OVERTOL. NIVEAU
SENSOR VERVANGEN
KAL VERVALLEN
NIET GEKALIBREERD
Oplossing KAL WRDT UITGEV
Reset de totaalteller.
UITVOER IN
Vervang de sensor.
WACHTSTAND
Eventlijst
De controller heeft voor iedere sensor één eventlog. De eventlog slaat een
groot aantal events op die bij de apparaten optreden, zoals
configuratiewijzigingen, alarmen, waarschuwingen etc. Een lijst van
mogelijke events wordt weergegeven in
Tabel 6 Lijst van waarschuwingen voor de sensor (vervolg)
Beschrijving
Het echosignaal is
verloren.
Het
overschrijdingsniveau is
buiten bereik.
De sensor moet worden
vervangen.
De sensorkalibratie is
verstreken.
De sensor moet worden
gekalibreerd.
Er is een kalibratie
gestart, die echter nog
niet is voltooid.
Tijdens de kalibratie werd
de uitvoer voor een
geselecteerde tijd in de
wachtstand gezet.
Oplossing
Optie 1—Plaats de
sensor dichter bij het
wateroppervlak.
Optie 2—Pas de
bevestiging van de
sensor aan, zodat deze
goed op het
wateroppervlak is gericht.
Optie 3—Vervang de
sensor.
Optie 1—Controleer of
het juiste type meter
wordt gebruikt.
Optie 2—Kalibreer de
sensor.
Vervang de sensor.
Kalibreer de sensor.
Kalibreer de sensor.
Keer terug naar kalibratie.
De uitvoer wordt actief na
de geselecteerde
tijdsperiode.
Tabel 7. De eventlog kan worden
Nederlands 135