Voor het uitschakelen van het meetgereedschap de aan-/
uit-schakelaar (16) naar de stand "Off" schuiven. Bij het uit-
schakelen wordt de pendeleenheid vergrendeld.
Laat het ingeschakelde meetgereedschap niet onbe-
u
heerd achter en schakel het meetgereedschap na ge-
bruik uit. Andere personen kunnen door de laserstraal
verblind worden.
Bij het overschrijden van de maximaal toegestane bedrijfs-
temperatuur van 40 °C volgt een uitschakeling ter bescher-
ming van de laserdiode. Na het afkoelen is het meetgereed-
schap weer gereed voor gebruik en kan het opnieuw worden
ingeschakeld.
Als de temperatuur van het meetgereedschap de maximaal
toegestane werktemperatuur nadert, dan wordt de helder-
heid van de laserlijnen langzaam minder.
Automatische uitschakeling deactiveren
Wordt ca. 120 min geen toets van het meetgereedschap in-
gedrukt, schakelt het meetgereedschap voor accu-, batterij-
besparing automatisch uit.
Om het meetgereedschap na de automatische uitschakeling
weer in te schakelen, kunt u de aan/uit-schakelaar (16) eerst
naar stand "Off" schuiven en het meetgereedschap daarna
weer inschakelen of kunt u één keer op de toets laser-ge-
bruiksmodus (7) of op de toets ontvangermodus (5) druk-
ken.
Om de automatische uitschakeling te deactiveren (bij inge-
schakeld meetgereedschap), de toets laser-gebruiksmodus
(7) minimaal 3 sec. ingedrukt houden. Als de automatische
uitschakeling is gedeactiveerd, knipperen de laserstralen
even ter bevestiging.
Als u de automatische uitschakeling wilt activeren, schakelt
u het meetgereedschap uit en weer in.
Geluidssignaal deactiveren
Na het inschakelen van het meetgereedschap is het geluids-
signaal altijd geactiveerd.
Voor het deactiveren, resp. activeren van de signaaltoon te-
gelijkertijd op de toets laser-gebruiksmodus (7) en de toets
ontvangermodus (5) drukken en minimaal 3 sec. ingedrukt
houden.
Bij het activeren en deactiveren klinken drie korte geluidssig-
nalen ter bevestiging.
Modi
Het meetgereedschap beschikt over meerdere functies. U
kunt op elk gewenst moment tussen de functies wisselen:
– een horizontaal laservlak voortbrengen,
– Een verticaal laservlak tonen,
– Twee verticale laservlakken tonen,
– Een horizontaal laservlak voortbrengen, evenals twee ver-
ticale laservlakken.
Na het inschakelen zal het meetgereedschap een horizontaal
laservlak voortbrengen. Voor het omschakelen van de ge-
bruiksmodus, drukken op de toets laser-gebruiksmodus (7).
Alle gebruiksmodi kunnen zowel met als zonder automatisch
nivelleersysteem worden geselecteerd.
Bosch Power Tools
Ontvangermodus
Voor het werken met de laserontvanger (28) moet – onaf-
hankelijk van de gekozen gebruiksmodus – de ontvangermo-
dus worden geactiveerd.
In de ontvangermodus knipperen de laserlijnen met een zeer
hoge frequentie en kunnen hierdoor door de laserontvanger
(28) worden gevonden.
Voor het inschakelen van de ontvangermodus drukken op de
toets ontvangermodus (5). De indicatie ontvangermodus (6)
brandt groen.
Voor het menselijk oog zijn de laserlijnen bij ingeschakelde
ontvangermodus verminderd zichtbaar. Voor werken zonder
laserontvanger, daarom de ontvangermodus uitschakelen
door opnieuw op de ontvangermodus (5) te drukken. De in-
dicatie ontvangermodus (6) gaat uit.
Automatisch waterpassen
Werkzaamheden met automatisch waterpassen
Plaats het meetgereedschap op een horizontale, vlakke on-
dergrond, bevestig het aan de houder (24) of aan het statief
(31).
Voor het werken met automatisch waterpassen de aan/uit-
schakelaar (16) naar de stand "
Na het inschakelen compenseert het automatisch waterpas-
sen automatisch oneffenheden binnen het zelfnivelleerbe-
reik van ±4°. De nivellering is afgesloten zodra de laserlijnen
niet meer bewegen.
Is automatisch waterpassen niet mogelijk, bijv. omdat het
opstelvlak van het meetgereedschap meer dan 4° van de ho-
rizontaal afwijkt, beginnen de laserlijnen snel te knipperen.
Bij geactiveerd geluidssignaal is een signaal in een snel ritme
te horen.
Stel in dit geval het meetgereedschap horizontaal op en
wacht het zelfwaterpassen af. Zodra het meetgereedschap
opnieuw binnen het zelfnivelleerbereik van ±4° komt, blijven
de laserstralen branden en wordt de signaaltoon uitgescha-
keld.
Bij schokken of veranderingen van positie tijdens het gebruik
wordt het meetgereedschap automatisch opnieuw genivel-
leerd. Controleer na het opnieuw waterpassen altijd de posi-
tie van de horizontale, resp. verticale laserlijn t.o.v. referen-
tiepunten om fouten te voorkomen.
Werkzaamheden zonder automatisch waterpassen
Bij het werken zonder automatisch waterpassen de aan-/uit-
schakelaar (16) naar de stand " On" schuiven. Is het auto-
matisch nivelleren uitgeschakeld, brandt de indicatie werken
zonder automatisch waterpassen (4) rood en knipperen de
laserlijnen permanent in met langzaam ritme.
Bij uitgeschakelde nivelleerautomaat kunt u het meetgereed-
schap vrij in de hand houden of op een hellende ondergrond
zetten. De laserlijnen verlopen niet meer noodzakelijk lood-
recht op elkaar.
Nederlands | 67
On" schuiven.
1 609 92A 4F2 | (06.06.2018)