Onderdelenlijst
1. Aan-/uitschakelaar
2. Hoofdhandvat
3. Vaste achter zool
4. Beweegbare voor zool
5. Diepte stel knop
6. Hulphandvat
7. Uit-stand vergrendelknop
8. Moersleutel
9. Schaafmessen
10. Klemschroef
11. Mes houder
12. Schaafsel verloopstuk
13. Mes beschermvoet
14. Stofpoort
Gebruiksdoel
• Elektrische handpalm schuurmachine met verstelbare schaafdiepte, voor
licht en middel zwaar schuurwerk op hard hout, zacht hout en een aantal
kunstmatige houtsoorten.
Voor gebruik
Spaanderuitworp
1. Verbind het spaander/schaafsel verloopstuk (12) met de stof/spaander
poort (14).
2. Het verloopstuk (12) kan zo gemonteerd worden dat de spaanders ofwel
naar links ofwel naar rechts van het werkstuk afgevoerd worden.
3. U kunt een professioneel stofafzuigsysteem of een gewone stofzuiger op
het verloopstuk aansluiten (12) (Afb. A) om stof en spaanders efficiënt te
verwijderen voor een veiligere en schonere werkomgeving.
Het verwijderen en monteren van schaafmessen
Let op: Zorg er altijd voor dat de machine uitgeschakeld is en van de
stroombron is gehaald voordat u messen monteert of verwijdert. Uw
schaafmachine is voorzien van omkeerbare messen. De messen kunnen
worden omgekeerd als ze bot zijn. Wanneer beide zijden van het mes zijn
gebruikt, moet het worden weggegooid.
Let op: Deze messen kunnen niet geslepen worden.
Een schaaf mes verwijderen
1. Draai de drie klemschroeven (10) met de moersleutel (8) los (Afb. B)
2. Schuif het schaaf mes (9) uit de gleuf van de mes houder (11) (Afb. C)
Een schaaf mes monteren
1. Draai het schaaf mes (9) om of vervang het indien nodig
2. Schuif het mes met de goede kant naar boven in het steunblok van de mes
houder (11)
Let op: De rand langs het mes hoort aan de voorkant van het mes, tegenover
de klemschroeven (10) te zitten (Afb. D)
1. Zet de klemschroeven (10) vast
2. Herhaal dit voor het tweede mes (Afb. E)
Let op: Verwissel beide messen altijd tegelijkertijd, anders leidt de onbalans
die hier het gevolg van is tot vibratie, wat de levensduur van het mes en de
machine verkort
Let op: Wanneer u de messen installeert, dient u eerst alle spaanders en
andere zaken
die aan de mes houder (11) en de messen zelf kleven, te verwijderen. Gebruik
messen van dezelfde maat en hetzelfde gewicht, anders gaat de houder
trillen en vibreren. De machine schaaft dan slecht en kan defect raken.
Zet de klemschroeven (10) zorgvuldig vast wanneer u de messen op de
schaafmachine monteert. Een losse klemschroef kan bijzonder gevaarlijk zijn.
Controleer regelmatig of deze schroeven nog goed vast zitten
Let op: Het geschaafde oppervlak wordt ruw en oneven tenzij u de messen
goed en stevig monteert. De messen moeten zo gemonteerd worden dat de
snij rand volledig horizontaal is, d.w.z. parallel aan het oppervlak van de achter
zool (3)
De voorbeelden hieronder laten een correcte en een foutieve plaatsing zien:
Schone, gladde snede (Fig. I)
Inkepingen in het oppervlak – veroorzaakt doordat de rand van één of alle
messen niet parallel met de achterste zool lijn loopt/lopen (Fig. II)
Gutsen aan het begin - één of alle messen steken niet voldoende uit in
verhouding met de achterste zool lijn (Fig. III)
Groeven aan het einde – veroorzaakt doordat de rand van één of alle messen
te ver uitsteekt in verhouding met de achterste zool lijn (Fig. IV)
Het verstellen van de bladhoogte en bladuitlijning
De bladhoogte en uitlijning zijn te verstellen met behulp van twee schroeven in
het blok wat het schaafblad vergrendelt
Let op: De machine is in de fabriek vooraf ingesteld. Bij normaal gebruik
kunnen de bladen zonder het verstellen van de schroeven vervangen worden.
Verstelling is echter mogelijk vereist
Voor het verstellen van de schroeven:
1. Ontkoppel de machine van de stroombron
2. Dubbel check of verstelling vereist is
3. Stel de diepte stel knop (5) op '0' (Afb. F)
4. Draai de klemschroeven (10) los zodat het blok kan bewegen. Draai de
schroeven niet te los
5. Maak kleine aanpassingen aan de linker en rechter schroef (Afb. G)
6. Controleer de hoogte en uitlijning van het blad met gebruik van een vlak
voorwerp als een metalen liniaal. Plaats de liniaal over de losse voor- (4) en
vaste achtervoet (3)om te controleren of het schaafblad in lijn licht met de
volledige lengte van beide voeten (Afb. H)
7. Herhaal stappen 5 en 6 tot de gewenste hoogte en uitlijning bereikt is
8. Draai de klem schroeven voorzichtig vast, draai elke bout in veelvoudige
stappen in plaats van één grote stap vast
9. Controleer het andere blad tevens op hoogte en uitlijning
Opmerkingen:
• Zorg ervoor dat de bladcilinder (11) gedraaid is zodat deze op maximale
hoogte ligt
• Wanneer enkel de bladhoogte versteld wordt, dienen beide schroeven gelijk
versteld worden
• Controleer of de klemschroeven juist vast gedraaid zijn voordat u de
machine gebruikt
Gebruik
Het instellen van de schaafdiepte
Let op: Zorg er altijd voor dat de machine uitgeschakeld is en van de stroom is
gehaald voordat u aanpassingen maakt en messen installeert of verwijdert
• Draai de diepte stel knop (5) rechtsom voor een diepere schaafsnede en
linksom voor een minder diepe schaafsnede (Afb. I)
• De getallen op de ring onder de diepte stel knop geven de diepte van de
snede aan
• Bijvoorbeeld, wanneer de "1" naast de wijzer op de voorkant van de
schaafmachine staat, is de diepte van de snede ongeveer 1 mm. Als het
nodig is de diepte van de snede nauwkeurig te bepalen, schaaf dan eerst
in een stuk afvalmateriaal, meet het verschil in diepte en pas de instelling
indien nodig aan
Het in- en uitschakelen van de machine
Let op: Voordat u de machine met de stroom verbindt, dient u altijd te
controleren of de aan-/uitschakelaar (1) en de vergrendelknop (7) juist
functioneren
1. Steek de stekker in het stopcontact en pak de machine met uw duim op de
aan-/uitschakelaar (1) vast (Afb. J)
2. Duw de vergrendelknop (7) naar voren en druk de aan-/uitschakelaar (1)
met uw duim in. U kunt uw vinger van de vergrendelknop (7) afhalen als de
schaafmachine gestart is (Afb. K)
3. Om de machine te stoppen, haalt u uw duim van de aan-/uitschakelaar (1)
af
4. Om de machine opnieuw te starten, moet u zowel de vergrendelknop (7) als
de aan-/uitschakelaar (1) bedienen
Dit is een belangrijke veiligheidsfunctie die voorkomt dat u de schaafmachine
per ongeluk start. De schaafmachine stopt alleen als u uw duim van de
aan-/uitschakelaar (1) haalt
NL
13