Kuchenbäcker, gebruik dan 6 volle eetlepels
van uw huidige deeg.
7. Steek de stekker in een stopcontact
(230 V~, 50 Hz).
8. Het oranje controlelampje is verlicht en
geeft aan dat het apparaat in werking is.
9. Na ca. 2 tot 3 minuten begint het groene
controlelampje te branden en geeft aan dat
de noodzakelijke temperatuur bereikt is.
10. De ideale baktemperatuur is na nog eens
3 tot 4 minuten bereikt. Doe het voorbe-
reide deeg dan bijv. met behulp van een
pollepel
helft van de bakvorm. Let
er steeds op dat u de juiste
hoeveelheid deeg gebruikt.
Als u te weinig deeg erin
doet, ligt het bovenste deel
van het apparaat niet cor-
rect; de bovenkant van het
gebak wordt dan niet zo
bruin als de onderkant. Als
u te veel deeg in het ijzer doet, loopt het
deeg over en verontreinigt het apparaat en
het werkvlak. De benodigde hoeveelheid
deeg hangt af van het betreffende recept.
Tip: Noteer de hoeveelheid deeg die u hebt
gebruikt, om bij toekomstige bakprocessen
meteen de passende deeghoeveelheid ter
hand te hebben. Alleen het onderste deel
van de bakvorm mag bijna tot de rand met
deeg gevuld worden, omdat het deeg tijdens
het bakken uitzet.
11. Let op dat er geen deeg op de pin in het
midden van de bakvorm druppelt. Als er
daar toch een beetje deeg kleeft, verwij-
der dit dan voorzichtig met een keukenrol,
voordat u de bakvorm sluit – verbrandings-
gevaar!
12. Sluit het apparaat en draai de bakvorm
m.b.v. de greep 180° met de klok mee.
Houd de vorm even vast, zodat het deeg
zich goed verdeelt.De geleidingsrail aan de
38
in
de
onderste
behuizing voorkomt dat u het apparaat te
ver kunt draaien. Klap de greep in, zodat
deze tijdens het bakken niet in de weg zit.
13. Laat het apparaat ca. 18 tot 25 minuten
lang bakken. Het groene controlelampje
dat zich nu aan de onderkant bevindt, gaat
uit en afwisselend weer aan, zolang het
apparaat de baktemperatuur aanhoudt.
14. Als er een beetje deeg uit het apparaat loopt,
kunt u het met een vochtige doek afvegen.
Omdat het apparaat tijdens het bakken heel
heet wordt, moet u hierbij absoluut hitte-
bestendige ovenwanten dragen om verbran-
dingen te voorkomen.
15. Aan het einde van de baktijd klapt u de
greep weer uit en draait u de bakvorm 180°
tegen de klok in terug naar zijn uitgangspo-
sitie, zodat de controlelampjes naar boven
wijzen.
16. Open het apparaat en controleer of het
gebak gaar is. Tip: gebruik hiervoor een
dunne houten spies (zoals bijv. een shas-
lick spies) en steek deze in het gebak. Trek
de spies weer eruit. Als er aan de spies nog
deegresten kleven, is het gebak nog niet
gaar. Sluit het apparaat weer, draai het nog
eens om en laat het gebak nog een tijdje
bakken. Als er geen deegresten meer te zien
zijn, is het gebak gaar.
17. Laat het gebak eventueel nog een paar
minuten in de bakvorm afkoelen.
18. Houd de draagplaat aan de beide grepen
vast en neem zo het gebak uit de bakvorm.
gedroogde en geoliede draagplaat weer in
het apparaat en gaat u vervolgens te werk
zoals hierboven beschreven.
19. Laat het gebak
op een keukenroos-
ter afkoelen.
20. Als u nog meer
gebak
wilt
berei-
den, reinigt u de
draagplaat, zet de