Opstelling/Inbouw; Aansluiten Van De Leidingen; Elektrische Aansluiting - KS Ama-Porter Manual De Instrucciones

Verklaring van de type- -aanduiding
Type
Waaiervorm
[ ] = vrijstroomwaaier
[S] = vuilversnijder
Opstarter
[ ] = zonder
[B] = met (alleen bij S--waaier)
DN persaansluiting (mm)
Pompgrootte 5- - - - = DN 50
Pompgrootte 6- - - - = DN 65
Waaiergrootte
Besturing:
ND = 3~ zonder vlotterschakelaar
NE = 1~ zonder vlotterschakelaar
SE = 1~ met vlotterschakelaar
4.3 Constructie
4.3.1 Aandrijving
Elektrische gegevens volgens gegevens op typeplaatje.
Motor-uitvoering volgens DIN/VDE 0530 deel 1.IEC 34--1,
isolatieklasse F, beschermingsklasse IP 68 voor de elektrische
bedrijfsmiddelen volgens DIN/VDE 0530 deel 5 (EN 60 034, EN
60 034--1), inschakeling direct.
4.3.2 Asafdichting en lagering
-- de asafdichting geschiedt door een mechanische asafdich-
ting (productzijdig) en een asafdichtingsring (motorzijdig).
Een oliekamer tussen de asafdichtingsring en de mechani-
sche asafdichting dient ter koeling en smering.
-- De pomp is uitgerust met onderhoudsvrije lagers.

5. Opstelling/Inbouw

5.1 Veiligheidsbepalingen
De pomp moet geaard zijn en over een F1--beveiligingsschake-
laar 30 mA volgens IEC 364/NFC 15 100 beschikken.
Het verblijf van personen in het bassin is alleen toegestaan, als
de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen volgens de geldende
voorschriften getroffen zijn.
5.2 Controle voor het begin van de opstelling en in
bedrijf nemen
De uitvoering van het bouwwerk moet volgens de afmetingen
van de maattekening (blz. 68--69) voorbereid zijn.
De betonfundering dient voldoende betonkwaliteit (minstens
32,5 N volgens EN 197--1 of een gelijkwaardige norm) te heb-
ben.
5.3 Opstelling van de pomp
Voor de installatie controleert u het aggregaat op transport-
schade aan de pomp en de elektrische kabels. U dient zich
ervan te overtuigen, dat er zich geen vreemde deeltjes in de
pomp bevinden. Controleert u ook of de waaier gemakkelijk
gedraaid kan worden.
®
Ama -Porter S B 5 45 SE
5.3.1 Controle van de bedrijfsgegevens
Voor de montage resp. het in bedrijf nemen dienen de gege-
vens op het fabrieksplaatje met de bestelling en de gegevens
van de installatie vergeleken te worden.
Ter voorkoming van overbelasting van de motor wordt een
bedrijf in het midden van de grafiek aanbevolen.
5.3.2 Transportabele opstelling
Beschrijving
Voor de transportabele opstelling is het pompaggregaat met
steunen uitgerust.
De hijsketting (kabel) dient aan de zijde van de persaansluiting
bevestigd te worden.
De pomp moet altijd verticaal (motor boven) op vaste onder-
grond opgesteld worden.
(Zie) Maattabellen blz. 68--69
portabele opstelling van Ama- -Porter, die aan de opsteldelen
voor transportabele opstelling is toegevoegd.
5.3.3 Stationaire opstelling
Beschrijving
De pomp wordt met behulp van een geleidingssysteem in de
schacht of het reservoir neergelaten en wordt vanzelf aan de
aan de bodem bevestigde voetbocht gekoppeld. Door een
afdichting tussen pomp en voetbocht en het eigengewicht van
de pomp wordt een dichte verbinding tot stand gebracht.
De hijsketting (kabel) dient aan de zijde van de elektrische
kabel bevestigd te worden.
(Zie) Maattabellen blz. 68--69
naire opstelling van klokpompen, die aan de opsteldelen voor
stationaire opstelling is toegevoegd.
5.4

Aansluiten van de leidingen

Zie Maattabellen blz. 68--69
De persleiding dient spanningsvrij aan de pomp aange-
sloten te worden.
De pomp en de voetbocht mogen in geen geval als
steunpunt voor de leiding gebruikt worden.
Door temperatuur ontstane uitzettingen van de leidingen moe-
ten door passende maatregelen gecompenseerd worden, om
de pomp niet boven de toelaatbare leidingkrachten en --
momenten te belasten.
Levensgevaar bij giftige en hete vloeistoffen!
Bij langere stijgleidingen is de inbouw van een terugslag-
klep vereist, om na het uitschakelen van de pomp leeglopen
van de leiding te voorkomen.
Bij plaatsing van de terugslagklep dient te worden gelet op de
ontluchting van de schacht.
5.5

Elektrische aansluiting

De elektrische aansluiting mag alleen door een erkend elektro-
technisch installateur in overeenstemming met de plaatselijke
voorschriften uitgevoerd worden.
De netspanning moet overeenstemmen met de op het
fabrieksplaatje opgegeven spanning.
De plaatselijke voorschriften dienen opgevolgd te worden.
Verlenging en aansluiting van de elektrische kabel:
-- de doorsnede van de verlengingskabel moet minstens met
die van de pompkabel overeenstemmen
-- de kabelverlenging en de aansluitplaatsen moeten tegen
vochtinvloeden beschermd worden.
Ama -Porter
®
en Bedrijfsvoorschrift voor trans-
en Bedrijfsvoorschrift voor statio-
55