LET OP:
Draai de twee bouten goed vast, omdat er anders gevaar
is voor persoonlijke verwonding.
Schuif de boorkop tegen de spil zodat de twee
pasvlakken precies overeenkomen. Houd de boorkop
met de boorkopsleutel op zijn plaats, en draai de bout
(voor het vastzetten van de boorkop) met de inbussleutel
goed naar rechts vast. (Fig. 7 en 8)
U kunt het gereedschap ook als een gewone rechte boor
gebruiken door de boorkop zonder het haaks voorzetstuk
te monteren. (Fig. 9)
Zijhandgreep (hulphandgreep)
LET OP:
Gebruik altijd de zijhandgreep en houd deze met beide
handen vast om veilig te kunnen werken.
Gebruik van de zijhandgreep zonder het haaks
voorzetstuk (Fig. 10)
Schroef de zijhandgreep voor het gereedschap vast op
de schacht van het gereedschap. U kunt de zijhandgreep
zowel links als rechts monteren, op de plaats die het
gemakkelijkst is.
Gebruik van de zijhandgreep met het haaks
voorzetstuk
Schroef de zijhandgreep voor het haaks voorzetstuk op
het voorzetstukhuis. Draai daarna de zijhandgreep bij de
gewenste positie goed naar rechts vast. (Fig. 11)
Installeren of verwijderen van de boor (Fig. 12)
LET OP:
Schakel het gereedschap altijd uit en haal het netsnoer
uit het stopcontact alvorens de boor te installeren of te
verwijderen.
Om de boor te installeren, steekt u de boor eerst zo ver
mogelijk in de boorkop. Draai de boorkop met de hand
vast. Plaats daarna de boorkopsleutel in elk van de drie
gaten en trek rechtsom aan. Zorg dat u de boorkop in alle
drie de gaten gelijkmatig aantrekt. Om de boor te
verwijderen, draait u de boorkopsleutel in één van de
gaten linksom. Draai vervolgens de boorkop met de hand
los. Berg de boorkopsleutel na het gebruik weer op zijn
oorspronkelijke plaats op.
Werking van de schakelaar (Fig. 13)
LET OP:
Alvorens het netsnoer aan te sluiten, moet u altijd
controleren of de trekkerschakelaar goed werkt en bij
loslaten naar de "OFF" positie terugkeert.
Om het gereedschap te starten, drukt u gewoon de
trekschakelaar
in.
De
naarmate u meer druk uitoefent op de trekschakelaar.
Laat de schakelaar los om te stoppen.
Gebruik van de omkeerschakelaar (Fig. 14)
LET OP:
• Controleer
altijd
de
gereedschap te gebruiken.
• Verander
de
draairichting
gereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Indien u
de draairichting verandert terwijl de boor nog draait,
kan het gereedschap schade oplopen.
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen
van
de
omkeerschakelaar naar de "A" zijde voor rechtse
draairichting,
of
naar
draairichting.
14
draaisnelheid
vermeerdert
draairichting
alvorens
alleen
nadat
draairichting.
Schuif
de
"B"
zijde
voor
Boren
• Boren in hout
Gebruik een houtboor met een geleideschroef wanneer
u gaten wilt boren in hout. De geleideschroef doet de
boor vanzelf erin gaan, zodat u geen druk op het
gereedschap hoeft uit te oefenen.
• Boren in metaal
Om te voorkomen dat de boor slipt wanneer u een gat
begint te boren, moet u van tevoren met een drevel en
hamer een deukje slaan op de plaats waar u wilt boren.
Plaats daarna de punt van de boor in het deukje en
begin te boren.
Gebruik altijd boorolie wanneer u in metaal boort. De
enige uitzonderingen zijn ijzer en koper die droog
geboord dienen te worden.
Vasthouden van het gereedschap
Wanneer u een groot gat boort met een zelfvoedende
boor e.d., moet u de zijhandgreep (hulphandgreep) als
een steun gebruiken om een veilige controle over het
gereedschap te kunnen behouden.
LET OP:
• Door overmatige druk op het gereedschap uit te
oefenen verloopt het boren niet sneller. Integendeel, te
veel druk op het gereedschap zal alleen maar de
boorpunt
beschadigen,
gereedschap
verkorten.
• Wanneer de boor uit het gat tevoorschijn komt, wordt
een enorme kracht uitgeoefend op het gereedschap en
de boor. Houd daarom het gereedschap stevig vast en
wees op uw hoede wanneer de boor door het werkstuk
begint te dringen.
• Zet kleine werkstukken altijd vast in een klemschroef of
een ander spanmiddel.
• Een klem geraakte boor kunt u vrij maken door gewoon
de omkeerschakelaar op de omgekeerde draairichting
in te stellen. Houd het gereedschap echter goed vast
om terugslag te voorkomen.
ONDERHOUD
LET OP:
Controleer altijd of het gereedshap is uitgeschakeld en
zijin netsnoer uit het stopcontact is gehaald alvorens met
de onderhoudswerkzaamheden te beginnen.
Vervangen van koolborstels (Fig. 15 en 16)
Vervang de koolborstels wanneer deze tot aan de limiet-
markering zijn afgesleten. Beide identieke koolborstels
dienen tegelijkertijd te worden vervangen.
Opdat het gereedschap veilig en betrouwbaar blijft,
dienen alle reparaties, onderhoud of afstellingen te
worden uitgevoerd bij een erkend Makita service
centrum.
het
het
de
linkse
de
prestaties
verminderen
en
de
van
het
gebruiksduur