AA
AB
AC
AI
AO
AP
In het onderhoudsmenu selecteert deze knop, afhankelijk
van de waarde die is ingesteld met de knop AI, de inge-
stelde waarde, de in- of uitschakeling ervan of een bijko-
mende keuze die binnen de functie kan worden gemaakt.
Display AL.
Geeft in alle lasprocessen numeriek de keuzes weer die
zijn gemaakt met de selectietoets AE en die zijn ingesteld
met de knop AI.
Geeft de lasstroom (LED AD) weer in ampère.
Geeft de draadaanvoersnelheid (LED AC) weer in meter
per minuut.
Geeft de plaatdikte (LED AB) weer in millimeter.
Geeft het ingestelde programmanummer (LED AA) weer.
In de bedrijfsfuncties kunnen de volgende functies geko-
zen worden: TRG, SP, HSA, CrA, PrF, PoF, Acc, bb, L,
Dp, PPF, Ito, Fac.
Voor de parameters in de onderhoudsfuncties die worden
weergegeven op het display AL, zie de paragraaf over
onderhoudsfuncties.
Wanneer het apparaat in de waarschuwingsmodus staat,
geeft dit display een knipperende waarschuwing weer
(bijvoorbeeld: OPN als het zijpaneel openstaat. Wanneer
het apparaat in de foutmodus staat, geeft het Err weer.
Display AM.
Geeft in alle lasprocessen met een getal het volgende
weer: de booglengte in synergische MIG-processen en
de lasspanning in conventionele MIG-processen.
Het geeft de lasspanning (LED AH) weer in volt. Het geeft
de booglengte (LED AH uitgeschakeld) weer als een getal
tussen -9,9 en +9,9; 0 is de aanbevolen waarde.
Voor de parameters in de MIG-onderhoudsfuncties die
worden weergegeven op het display AM, zie de paragraaf
over onderhoudsfuncties.
Wanneer het apparaat in de foutmodus staat, geeft dit
display de betreffende foutcode tussen 1 en 99 weer.
AD
AE
AL
AF
AQ
AR
Fig. 2
AG
AH
AU
AV
Selectietoets AO.
Bij elke druk op deze toets wordt het gekozen proces
weergegeven door LED AP/AQ/AR.
LED AP Pulserend MIG.
Geeft aan dat het gekozen proces pulserend synergisch
MIG-lassen is.
LED AQ SYNERGISCH MIG.
Geeft aan dat het gekozen proces synergisch MIG-lassen is.
LED AR CONVENTIONEEL MIG.
Geeft aan dat het gekozen proces conventioneel MIG-
lassen is.
Selectietoets AU.
Bij elke korte druk wordt de 2-taktmodus (HANDMATIG)
of de 4-taktmodus (AUTOMATISCH) gekozen. De keuze
wordt weergegeven op het display AL.
In de 2-taktmodus begint het apparaat te lassen wanneer
de toortsschakelaar wordt ingedrukt en stopt het wan-
neer de schakelaar wordt losgelaten.
In de 4-taktmodus drukt u de toortsschakelaar in en laat
u hem los om te beginnen met lassen; om het lassen te
onderbreken, moet u de schakelaar nogmaals indrukken
en loslaten.
Selectietoets AV (WERK)
Hiermee kunt u processen opslaan en de opgeslagen
processen oproepen.
Om een werktoestand (JOB) op te slaan, houdt u de toets
AV minstens 3 seconden lang ingedrukt. De LED AZ licht
op, op het display AL knippert de afkorting STO en op het
display AM knippert het nummer van de eerste beschik-
bare positie. De knop AN wordt gebruikt om de opslag-
positie te kiezen; druk nogmaals op de toets AV tot het
AN
AM
AZ
AY
AW
65