5- PrF (gasvoorstroomtijd).
Instelbereik 0 - 3 seconden.
6- Pof (gasnastroomtijd).
Instelbereik 0 - 30 seconden.
7- Acc (soft-start).
Instelbereik 0 - 100%.
Dit is de aanvoersnelheid van de draad, uitgedrukt als
percentage van de ingestelde draadaanvoersnelheid,
voordat de draad het werkstuk raakt.
Deze instelling is belangrijk met het oog op een goede
start.
Fabrieksinstelling «Au»: automatisch.
De waarde kan worden gewijzigd met de knop AN. Als
u na het wijzigen van de waarde wilt teruggaan naar de
oorspronkelijke instellingen,
afkorting «Au» opnieuw op het display AM verschijnt.
8- BB (terugbrandtijd).
Instelbereik 4 - 250 msec. Bepaalt de lengte van de las-
draad die uit de contacttip komt na het lassen. Hoe hoger
de waarde, hoe meer de draad terugbrandt.
Fabrieksinstelling «Au» automatisch.
Als u na het wijzigen van de instelling wilt terugkeren naar
de oorspronkelijke instellingen, drukt u op de toets AV tot
de afkorting «Au» opnieuw op het display N verschijnt.
9- L (smoorspoelregeling).
Instelbereik -9,9 - +9,9.
negatief is, daalt de smoorspoelregeling en wordt de
boog harder; bij een hoger getal wordt de boog zachter.
10- dP (dubbele puls, optioneel)
Dit type van lassen wisselt af tussen twee niveaus van
stroomintensiteit en kan worden ingesteld in alle synergi-
sche processen. Vóór het instellen dient een korte las-
naad te worden gemaakt om de snelheid te bepalen die
het dichtst bij het lastype ligt dat u gaat gebruiken. Op
basis hiervan wordt de referentiesnelheid bepaald.
De functie kan als volgt worden ingeschakeld:
A)- Schakel de functie in door aan de knop AN te draai-
en tot de afkorting On opnieuw op het display AM ver-
schijnt.
B)- Draai aan de knop AI tot de afkorting FdP (dubbele-
pulsfrequentie) opnieuw op het display AL verschijnt. Het
display AM geeft de afkorting OFF weer.
Draai aan de knop AN om de werkfrequentie te kiezen
(instelbereik 0,5 - 5 Hz). De gekozen waarde wordt weer-
gegeven op het display AM.
C) Draai aan de knop AI totdat de afkorting ddP (dubbe-
le-pulsverschil in m/min.) verschijnt.
Draai aan de knop AN om het aantal meter per minuut te
kiezen (instelbereik 0,1 - 3 m/min.) dat moet worden
opgeteld bij en afgetrokken van de referentiesnelheid
(standaard 1 m/min.).
D) Draai aan de knop AI tot het display de afkorting tdP
weergeeft. Dit is de duur van de hoogste draadsnelheid,
d.w.z. de hoogste lasstroom. Deze wordt uitgedrukt als
een percentage van de tijd die wordt gewonnen met de
frequentie Fdp (fig. 3).
Draai aan de knop AN om het percentage aan te passen.
Instelbereik 25 - 75% (standaard 50%).
drukt u op de toets AV tot de
Fabrieksinstelling
0. Als het getal
DdP= 0,1÷3 m/min
tdP
= 25÷75% di
T
= 1/
Fdp
(0,5÷5 Hz)
E)-Draai aan de knop AI tot het display de afkorting AdP
(booglengte van de hoogste stroom) weergeeft.
Instelbereik -9,9 - +9,9% (standaard 0).
Controleer bij het lassen of de booglengte dezelfde is
voor beide stroomwaarden; draai indien nodig aan de
knop AN om dit te corrigeren.
Opmerking: lassen in de dubbel-pulsfuncties is mogelijk.
Om na het doorvoeren van deze aanpassingen terug te
keren naar het normale display van het bedieningspaneel,
drukt u kort op de toets AE.
Als een aanpassing van de booglengte van de laagste
lasstroom/laagste draadsnelheid nodig is, moet u de
booglengte van de referentiesnelheid aanpassen.
Wanneer de referentiesnelheid verandert, moeten ook de
vorige instellingen worden herhaald voor de nieuwe snel-
heid.
11- PP (push-pull).
Door de Push-Pull Art. 2003 toorts te installeren wordt de
functie PPF (Push Pull Force) geactiveerd waarmee de
sleepkoppel van de push pull motor afgesteld wordt om
de voortgang van de draad lineair te laten verlopen. De
afstelling vindt met behulp van de knop AN plaats en kan
variëren van 99 tot -99. De standaardafstelling is 0.
12- Ito. (time-out tornen).
Het doel is het lasapparaat te stoppen als de draad uit de
toorts komt zonder dat er stroomtoevoer is.
De draaduitvoer uit de lastoorts kan worden ingesteld van
5 tot 50 centimeter met de knop AN. Nadat de functie is
opgeroepen, kan ze worden ingeschakeld (On) of uitge-
schakeld (Off).
13 - qC (Kwaliteitscontrole).
De functie kwaliteitscontrole activeren.
Off-
Functie gedeactiveerd.
On-
Functie geactiveerd. (Raadpleeg voor deze functie
de handleiding 3300239 voor de Artikelen: 224.04
en 405.00).
qCO- (Controle kwaliteit output).
Selecteer het soort uitgang voor de kwaliteitscon-
trole verslagen:
ASC- (ASCII) uitgang op seriële poort, uitsluitend
niet.geformatteerde
Hyperterminal.
PRN- (Printer) uitgang op seriële poort voor printer Art.
405.
R E F E R E N -
T I E S N E L -
HEID
T
Fig. 3
tekst
voor
Windows
67