NL
6.2
Geleiderail in- en uitklappen (06)
VOORZICHTIG!
Risico op beknelling
Vingers en andere li-
chaamsdelen kunnen tus-
sen de losse delen van de
geleiderail ingekneld ra-
ken.
■
Houd de losse delen
van de geleiderail goed
vast.
■
Houd geen vingers of
andere lichaamsdelen
tussen de losse delen.
LET OP!
Gevaar voor beschadi-
ging van de stroomka-
bels
Motor- en voedingskabel
kunnen tussen de losse
delen van de geleiderail in-
gekneld en beschadigd ra-
ken.
■
Klem bij het in-/uitklap-
pen van de geleiderail
de kabels niet in.
Geleiderail inklappen
1. De snelspanners (06/1) losdraaien en boven-
ste duwboom (06/2) naar beneden klappen
(06/a).
2. Onderste snelspanner aan de draai-/vergren-
delingsgewrichten (06/3) zo ver losdraaien,
dat de volledige ingeklapte duwboom hori-
zontaal naar voren (06/b) kan worden ge-
draaid.
3. Alle snelspanners iets aandraaien.
58
Duwboom uitklappen
Ga in de omgekeerde volgorde te werk.
6.3
Duwboom aanpassen aan de
lichaamslengte (07)
1. De snelspanners aan de draai-/vergrende-
lingsgewrichten (07/1) losmaken.
2. Volledige duwboom aan de handgreep (07/2)
instellen op de gewenste hoogte (07/a). De
beweging wordt beperkt door de aanslagen
(07/3) van de draai-/vergrendelingsgewrich-
ten.
3. Draai de snelspanners (07/1) vast.
6.4
Werkdiepte instellen (08)
De instelling van de werkdiepte wordt bepaald
aan de hand van:
■
Hoedanigheid van het grasveld /(verzorgd:
kleine werkdiepte, verwilderd: grote werk-
diepte)
■
Slijtage van het mes (nieuw: kleine werkdiep-
te, versleten: grote werkdiepte)
Bij een te grote werkdiepte: Apparaat blijft staan
en de motor trekt niet aan.
LET OP!
Gevaar voor beschadi-
ging van het apparaat
Het instellen van de werk-
diepte bij een draaiende
motor leidt tot beschadigin-
gen.
■
Stel de werkdiepte al-
leen in als motor en snij-
mechanisme stilstaan.
1. Instelwieltje (08/1) op HIGH draaien. Het snij-
mechanisme wordt maximaal opgetild.
2. Werkdiepte controleren:
■
Apparaat starten (zie Hoofdstuk 6.6 "Mo-
tor starten en stoppen (10)", pagina 59).
■
Een stukje op het gazon rijden en het re-
sultaat beoordelen. Als het gazon te wei-
nig of onregelmatig wordt geverticuteerd,
moet het snijmechanisme lager worden
ingesteld.
3. Apparaat stoppen en wachten tot het snijme-
chanisme stilstaat.
COMBI-CARE 36.8 E comfort
Bediening