Bediening
4. Instelwieltje (08/1) een stukje in de richting
LOW draaien. Het snijmechanisme wordt om-
laag gezet.
5. Herhaal de beschreven stappen totdat het
gazon gelijkmatig wordt geverticuteerd.
6.5
Stroom aansluiten (09)
1. Insteekbus (09/1) van de netkabel stevig in
de stekker (09/2) aan de motorschakelaar
steken.
2. Stroomkabel (09/3) in de kabeltrekontlasting
(09/4) klemmen (09/a) en (09/b), dat deze
niet van de motorschakelaar kan worden los-
getrokken.
6.6
Motor starten en stoppen (10)
LET OP!
Gevaar voor beschadi-
ging van het apparaat
Door kort na elkaar in- en
uit te schakelen worden
motor en snijmechanisme
beschadigd.
■
Schakel de motor alleen
in als het snijmechanis-
me stilstaat.
Start de motor
1. Veiligheidsschakelaar (10/1) indrukken en in-
gedrukt houden ( 10/a).
2. Motorschakelaar-beugel (10/2) naar de duw-
boom (10/3) toe trekken (10/b). Motor en snij-
mechanisme starten.
3. Veiligheidsschakelaar (10/1) loslaten en hier-
bij de motorschakelbeugel (10/2) vasthou-
den.
OPMERKING
De motorschakelaar-beugel wordt niet
vastgezet. Houd hem gedurende het he-
le werk aan de duwboom vast.
Motor stoppen
1. Motorschakelaar-beugel (10/2) loslaten. De-
ze gaat automatisch naar de beginstand.
De motor stopt onmiddellijk. Het snijmechanisme
draait na tot het stilstaat.
442246_a
VOORZICHTIG!
Gevaar voor snijletsel
Als er in het nadraaiende
snijmechanisme wordt ge-
grepen is er gevaar voor
snijletsel.
■
Wacht dan tot het snij-
mechanisme stilstaat.
6.7
Grasvangzak plaatsen en verwijderen
[optioneel] (11)
Montage: Zie afbeeldingen (03) t/m (04).
Het apparaat kan worden gebruikt met of zonder
grasvangzak.
Grasvangzak plaatsen
1. Klep (11/1) optillen (11/a).
2. Grasvangzak (11/2) vanaf de achterkant in
de houders plaatsen (11/b).
3. Klep loslaten.
Grasvangzak verwijderen en leegmaken
1. Apparaat stoppen en wachten tot het snijme-
chanisme stilstaat.
2. Klep (11/1) optillen.
3. Grasvangzak (11/2) losmaken uit de houders
en naar achteren verwijderen.
4. Grasvangzak leegmaken.
5. Grasvangzak plaatsen (zie boven).
6.8
Apparaat op het grasveld bewegen (12)
Rijd het apparaat (12/1) over het grasveld als
aangegeven op de afbeelding om te voorkomen
dat de voedingskabel (12/2) beschadigd wordt.
Neem hierbij de veiligheidsinstructies in acht (zie
Hoofdstuk 3.2 "Veiligheidsinstructies voor de ver-
ticuteermachine", pagina 53).
■
Let op voorwerpen op het gras en verwijder
ze uit het werkgedeelte.
■
Neem de voedingskabel met de hand mee.
■
Manoeuvreer het apparaat uitsluitend met
behulp van de duwboom.
■
Beweeg het apparaat alleen stapvoets.
■
Beweeg het apparaat altijd dwars tegen een
helling.
59