-
opnieuw indrukken van de toets bewerkstelligt verdere meting
-
door de knop langer in te drukken (2 sec.) wordt de relatieve waarde
bepaald. De op dat moment gemeten waarde wordt opgeslagen en
het verschil met naastliggende hogere en lagere waarde wordt weer-
gegeven in het display. Door een verdere druk op de knoop kan zo
een nieuwe basiswaarde worden opgeslagen. De normaalstatus wordt
weer verkregen door nogmaals 2 seconden op de knop te drukken
Rangetoets (toets voor meetbereik) om handmatig het bereik voor stroom-
en weerstandsmeting te kiezen (wordt weergegeven als "Range" in het
display.)
-
meetbereiken wisselen door een korte druk op de toets
-
door een langere druk op de toets (> 2 sec.) wordt een automatische
keuze ingesteld
COM-contactbus, zwart, gezamenlijke contactbus voor spannings- en
weerstandsmetingen, doorgangs- en diodecontrole
V-Ω contactbus (positief), rood, gezamenlijke contactbus voor spannings-
en weerstandsmetingen, doorgangs- en diodecontrole
Openingshendel om de stroomtang te openen en te sluiten
Kraag om aanraken van aders te voorkomen
Meettang om rondom wisselstroom voerende aders te plaatsen
5.
Algemene kenmerken
5.1 Algemene gegevens van de BENNING MM 4
5.1.1.
De numerieke waarden zijn op een display (LCD) af te lezen met
3¾ cijfers van 11 mm hoog, met een komma voor de decimalen. De
grootst mogelijk af te lezen waarde is 4200
5.1.2.
De polariteitsaanduiding werkt automatisch. Er wordt slechts één
pool t.o.v. de contactbussen aangeduid met „-"
5.1.3.
Metingen buiten het bereik van de meter worden aangeduid met een
knipperende „OL" of „-OL"
5.1.4.
De meetfrequentie bij cijferweergave van de BENNING MM 4 bedraagt
gemiddeld 2 metingen per seconde.
5.1.5
Na ca. 30 minuten in rust schakelt de BENNING MM 4 zichzelf auto-
matisch uit. Hij wordt weer ingeschakeld door het indrukken van de
"Range-toets" . Voor de automatische uitschakeling klinkt er een
zoemtoon
5.1.6.
De
temperatuurcoëfficiënt
0,15 x (aangegeven nauwkeurigheid van de gemeten waarde)/
°C < 18 °C of > 28 °C t.o.v. de waarde bij een referentietemperatuur
van 23 °C
5.1.7.
De BENNING MM 4 wordt gevoed door twee batterijen 1.5 V (IEC
LR03/ micro).
5.1.8.
Indien de batterijen onder de minimaal benodigde spanning dalen,
verschijnt het batterijsymbool in het scherm.
5.1.9.
De levensduur van de batterijen (alkaline) bedraagt ca. 800 uur.
5.1.10. Afmetingen van het apparaat:
L x B x H = 145 x 52 x 34 mm (zonder stroomtang)
L x B x H = 225 x 77 x 35 mm (met stroomtang)
Gewicht: 100 gram zonder stroomtang, 230 gram met stroomtang
5.1.11
Het veiligheidsmeetsnoer en de meetpennen zijn uitgevoerd in een
4 mm stekertechniek. Het meetsnoer en de meetpennen zijn nadruk-
kelijk alleen bedoeld voor het meten van de voor de BENNING MM 4
genoemde nominale spanning en stroom. De meetpennen kunnen met
afdekkappen worden beschermd.
5.2 Algemene gegevens stroomtang (opzetstuk)
5.2.1
Meetbereik van de stroom: van 0,1 A
5.2.2
Uitgangsspanning: De stroomtang van de BENNING MM 4 geeft een
wisselspanning af van 1 mV als de door de stroomtang omsloten enkel-
voudige ader een wisselstroom voert van 0,1 A.
5.2.3
Sensortype: inductiespoel voor wisselstroom.
5.2.4
Temperatuurcoëfficient van de gemeten waarde:
0,15 x (aangegeven nauwkeurigheid van de gemeten waarde)/
°C, t.o.v. de waarde van een referentietemperatuur van 23 °C
5.2.5
Maximale schijnweerstand aan de uitgang: 120 Ω.
5.2.6
Maximale opening van de stroomtang: 30 mm.
5.2.7
Maximale diameter van de enkelvoudige stroomleiding: 29 mm.
5.2.8
Afmetingen stroomtang (opzetstuk): L x B x H = 102 x 77 x 35 mm
Gewicht: 130 gram
Opmerking:
De stroomtang mag alleen worden gebruikt als deze op de multimeter gezet
is.
11/ 2008
van
eff
BENNING MM 4
de
gemeten
tot 300 A
(direct in display in A)
eff
waarde:
65