4. Daarnaast mag de punt van de sonde niet lager hangen dan de lijn die u onder in de
kamer ziet (zie figuren 10 en 11)
5. Indien er een kabelmanagementsysteem op uw apparaat is geïnstalleerd (zie
paragraaf A4.2), kunt u het externe deel van het snoer en de stekker stevig vastmaken
door:
De stekker voorzichtig in de bak te plaatsen.
Het snoer netjes en veilig om de snoerhouder aan de zijkant van de bak-
assemblage te wikkelen.
NB Een onjuiste plaatsing van de sonde kan leiden tot:
het niet bereiken van een hoogwaardige ontsmetting tijdens de trophon EPR-
ontsmettingscyclus.
Het achterblijven van resten ontsmettingsmiddel op het sonde-oppervlak. Dit kan
leiden tot tijdelijke verbleking en/of irritatie van de huid als er geen handschoenen
worden gedragen.
De sonde kan beschadigd raken als deze in contact met de wand van de kamer
komt.
NB Gebogen sondes moeten correct in het apparaat worden geplaatst. Raadpleeg figuur
12 voor de verkeerde en correcte positie van de sonde.
®
trophon
EPR Gebruikershandleiding – N00020
Figuur 12
L00034 1.0 03/2014
161