4
Werking van de machine
4.1
Overzicht
1
Aandrijfas
2
Aan-/uitschakelaar
3
Netsnoer met PRCD-schakelaar
4
Versnelling - keuzeschakelaar
4.2
Inbedrijfstelling
Inspannen in de boorstander (afb. 1)
RODIACUT 250:
Het opschuifmechanisme aan de boorstander arrêteren.
Zwaluwstaartplaat met behulp van de meegeleverde schroeven aan de boormotor
bevestigen.
Let op de correcte positie van stelspiegroef, boringen en op de plaats van inbouw!
De motor van de bovenkant tot de aanslag in de zwaluwstaartgeleiding van de boorstander
schuiven en met de beide stergrepen vastzetten.
Controleren of de motor stevig vastzit.
RODIACUT 400 PRO:
Opschuifmechanisme van de boorstaander verwijderen.
Opschuifmechanisme, met behulp van de schroeven en het T-handvat meegeleverd met de
boorstaander, aan de boormotor bevestigen.
Let op de correcte positie van stelspiegroef, boringen en op de plaats van inbouw!
Motor met opschuifmechanisme van de bovenkant in de geleiding van de boorstaander
schuiven.
Controleren of de motor stevig vastzit.
Lees hieromtrent de gebruiksaanwijzing van de boorstander!
Wisselen van de boorkroon (afb. 2)
Draag bij het wisselen van de boorkroon veiligheidshandschoenen! De boorkroon
kan bij langer gebruik heet worden!
Aandrijfas (1) met steeksleutel (SW 36) vasthouden en de boorkroon met steeksleutel (SW
24 voor kronen G 1/2"; SW 41 voor kronen 1.1/4" UNC) losmaken en afschroeven (rechtse
schroefdraad).
Opmerking: Bij boorkronen met schroefdraadverbinding 1.1/4" UNC adviseren wij een koperen
ring (No. FF35190) tussen boormotor en boorkroon te plaatsen. De boorkronen kunnen dan na
het boren eenvoudiger van de motor worden gescheiden en compenseren oneffenheden tussen
boorkroonhouder en aandrijfas.
Natboren (afb. 3)
Natboren is slechts toegestaan met een feilloos werkende
persoonsveiligheidsschakelaar "PRCD". Bij natboren bovenhoofds steeds met
waterafzuiginrichting werken! Aandrijfmachine beschermen tegen spatwater!
Water te produceren: Wateraansluiting (6) op waterdompelpomp (No. FF35029),
waterdruktank (No. FF35026) of direct op een waterleiding aansluiten met de slang Gardena
(7) en dubbele aansluiting.
(Er moet minstens zoveel waterdruk (max. 4 bar!) aanwezig zijn, dat de boorsuspensie uit
het boorgaat wordt getransporteerd)
46
5
Houder voor de boorstander
6
Wateraansluiting
7
Wateraansluiting "Gardena"
NEDERLANDS
(A)
(B)