HET MONTEREN
Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn:
Frame
1.
2.
Achter- en voorsteun
. Stuurkolom
3
4.
Pedalen (2)
Monitor
5.
Transformator
6.
Set montagegereedschap (onderdelen met * in de
7.
onderdelenlijst): bewaar de montagebenodigdheden,
omdat u die o.a. nog bij het afstellen van de onderdelen
kunt gebruiken.
Mocht er een onderdeel ontbreken, neem dan contact
op met uw Tunturi dealer onder vermelding van het
model, het serienummer van het apparaat en het
nummer van het ontbrekende onderdeel. Achter in deze
gids vindt u de onderdelenlijst. De verpakking bevat een
zakje met korrels die de apparatuur tijdens opslag en
transport heeft beschermd tegen vocht. Dit zakje kan na
het uitpakken van de fietstrainer weggegooid worden.
De instructies links, rechts, voor en achter, zijn bepaald
zittend op de fiets. Wij adviseren dat het apparaat wordt
geïnstalleerd door twee volwassen personen.
ACHTER- EN VOORSTEUN
Trek door het zadel vast te houden het apparaat
naar achteren, zodat het op zijn transportwieltjes
rust. Bevestig de achtersteun vanaf onderen met vier
binnenzeskantschroeven en sluitringen. Bevestig
de voorsteun aan het frame met vier schroeven en
sluitringen. Zet het apparaat weer rechtovereind zodat
het op de steunvoeten rust.
PEDALEN
De pedalen zijn gemerkt met de letters L (links) en R
(rechts). Monteer het linker pedaal op de linker crank
door deze tegen de richting van de klok in, vast te
draaien. Het rechter pedaal monteert u op dezelfde
wijze, maar nu met de klok mee. Bevestig de riemen
van de pedalen beginnende vanaf het bevestigingspunt
aan de kant van het toestel. Druk de riem door de gleuf
in het pedaal en bevestig de opening van de riem aan het
uitsteeksel van het pedaal. Bevestig de riemen vervolgens
aan de buitenkant van de pedalen. Druk de riem door
de gesp, waarna hij automatisch vast zit. De lengte
van de riem kan ingesteld worden met behulp van de
gespen.
STUURSTANG
E85: Verwijder de ring op de stuursteunbuis en draai de
stuurstangknop in de goed vast.
Sluit de kabel die uit de framebuis komt, op de
aansluiting aan de onderkant van de stuurstang aan.
Trek voorzichtig aan de kabel om te controleren of
het verbindingsstuk stevig vast zit. Ontgrendel de
vergrendelingsknop van de stuurstang door deze een
aantal keren tegen de richting van de klok in te draaien
en vervolgens naar buiten te trekken. Berg de kabel
NL
H A N D L E I D I N G
41