4
2
2
NL
VERSNELLINGSBAKOLIE
NIVEAU CONTROLEREN
1
Breng het voertuig in een verticale positie
ten opzichte van de grond.
Parkeer de motor op een vlakke en stabiele
bodem.
Verwijder de inspectiedop 1.
Het oliepeil moet de onderste rand van de
spindelcentrering bereiken.
Als dit niet het geval is, ga dan over tot
het bijvullen via de vuldop 2.
LET OP:
de inspectiedop dient ALLEEN om het ni-
veau te controleren. Voor oliedrainage zie
de paragraaf "Vervanging" op pag. 46.
De olie vermeld in de tabel ''Aanbevolen
smeermiddelen en vloeistoffen" op pag.
13 gebruiken.
VERVANGING
Voer altijd de vervanging uit als de motor
warm is:
- Parkeer de motor op een vlakke en sta-
- Verwijder de motorbescherming door de
- Plaats een vat onder de motor.
- Draai de tapdoppen 2 en 3 los.
- Laat de carter volledig leeglopen.
- Plaats de dop 2 en sluit zoals aangegeven.
Vul met de hoeveelheid vloeistof aangege-
ven op pag. 10.
3
20Nm
De olie vermeld in de tabel ''Aanbevolen
smeermiddelen en vloeistoffen" op pag.
13 gebruiken.
46
biele bodem.
schroeven los te draaien zoals aangege-
ven in de figuur.
LET OP:
Hete olie kan ernstige brandwonden
veroorzaken!