TTF300 TEMPERATUUR-MEETOMVORMER VELDMONTAGE | CI/TTF300-X1 REV. G
Passende beschermingsmaatregelen
Let op de volgende punten ter bescherming van de
meetomvormer tegen schade vanaf de kant van de sensor:
•
Bij aangesloten sensor moeten in de omgeving van de
meetomvormer, sensor en sensoraansluitkabel, energierijke
overspanning, te hoge stroom en hoogfrequente
stoorsignalen o.a. door laswerkzaamheden, blikseminslag,
vermogensschakelaars en elektrische grootverbruikers
beslist worden voorkomen.
•
Bij laswerkzaamheden in de omgeving van de gemonteerde
meetomvormer, sensor en toevoerleidingen van de sensor
naar de meetomvormer de aansluitkabel van de sensor op de
meetomvormer afklemmen.
•
Dit geldt eveneens voor de voedingskant als daar een
aansluiting aanwezig is.
Leidingmateriaal
Kabel voedingsspanning
Maximale buitendiameter van de kabel:
12 mm (0,47 in)
Maximale aderdiameter:
2
2,5 mm
(AWG 16)
Kabelwartels
De kabeldiameter moet geschikt zijn voor de gebruikte
kabelwartels, zodat de IP-beschermklasse, IP 66 /IP 67 resp.
NEMA 4X wordt aangehouden. Dit moet bij de installatie
gecontroleerd worden.
Bij levering zonder kabelwartel (schroefdraad M20 × 1,5 of NPT ½
in) moet op de volgende punten worden gelet:
•
Gebruik van een kabelwartel volgens versie M20 × 1,5 of
NPT ½ in.
•
Opvolgen van het gegevensblad van de gebruikte
kabelwartel.
•
Controle van het temperatuurbereik van de gebruikte
kabelwartel.
•
Controle van de IP-beschermklasse IP 66 / IP 67 resp.
NEMA 4X van de gebruikte kabelwartel.
•
Controle van de Ex-relevante technische gegevens over de
gebruikte kabelwartel volgens het gegevensblad van de
fabrikant resp. Ex-certificering.
•
De gebruikte kabelwartel moet zijn toegelaten voor de
kabeldiameter (IP-beschermklasse).
•
Aanhaalmoment in het gegevensblad / de handleiding van
de gebruikte kabelwartel in acht nemen.
Change from two to one column
Afscherming van de sensoraansluitkabel
Om een optimale elektromagnetische storingsbestendigheid van
het systeem te waarborgen, is een afscherming van de
afzonderlijke systeemcomponenten en met name van de
toevoerleiding noodzakelijk.
De afscherming moet met de referentieaarde worden verbonden.
Aanwijzing
Bij de aarding van de systeemcomponenten moeten de nationale
voorschriften en richtlijnen in acht genomen worden.
LET OP
Beschadiging van onderdelen!
Bij installaties zonder potentiaalvereffening of met
potentiaalverschillen tussen de afzonderlijke aardingspunten,
kunnen er bij meerdere afschermaardingen netfrequente
compensatiestromen ontstaan.
Deze kunnen de afscherming beschadigen, de meting
beïnvloeden en de signaaloverdracht, met name van de
bussignalen, wezenlijk beïnvloeden.
NL – 27
195