4.9.2 TC-sensoren
Voor de installatie, service en onderhoud van TC-sensoren, gelieve de instructies te volgen in de
handleiding TC-sensorinstallatie en -onderhoud die bij het instrument bijgeleverd werd. Geef
bijzondere aandacht aan de installatie en aansluiting van de zuiveringsgastoevoer.
Plaats de TC-sensor niet in een vloeistofmonster vooraleer een constante toevoer van droog zuiveringsgas
aangesloten is, aangezien de vloeistof kan condenseren binnenin de meetkamer en de thermische geleidings-
chip kan beschadigen.
Om zeker te zijn van een continue toevoer van zuiveringsgas terwijl de sensor in contact is met het
monster, is het ten zeerste aanbevolen om een reservecilinder zuiveringsgas met een automatische
overschakelingsventiel te gebruiken die geactiveerd wordt als de eerste cilinder leeg is.
Het gebruik van een ORBISPHERE-gasregulator model 29089 (of gelijkwaardig) wordt ook
aanbevolen om een constante, drukgereguleerde toevoer van droog zuiveringsgas naar de sensor,
gefilterd tot 40 µm, te leveren.
Daarnaast wordt, om beschadiging van de sensorelektronica te voorkomen, het gebruik van een
zuiveringsbeveiligingsback-up-unit (ORBISPHERE model 32605) ten zeerste aanbevolen om te
garanderen dat de toevoer van zuiveringsgas naar de sensor doorgaat in geval van stroomuitval.
De hierboven genoemde ORBISPHERE-accessoires worden in detail beschreven in de handleiding
TC-sensorinstallatie en -onderhoud.
Hoofdstuk 5 Gebruikersinterface
5.1 Bediening instrumenten
Op het voorpaneel van het instrument bevindt zich:
• Een aanraakscherm dat dienst doet als display, touchpad en toetsenbord.
• Een LED die aangeeft wanneer het instrument ingeschakeld is.
In- en uitschakelen van het instrument
Bij het draagbare instrumentmodel zit de aan/uit-schakelaar op de achterkant. Op de instrumenten
voor wand- en paneelmontage zit geen aan/uit-schakelaar. Het instrument moet van de netvoeding
losgekoppeld worden om het uit te zetten.
5.2 Menunavigatie
Door op de "menu"-toets in de balk bovenaan te drukken, wordt het
hoofdmenu geopend. Het display is verdeeld in drie kolommen:
• In de linkerkolom bevinden zich de menu's of submenu's
• De middelste kolom toont een boomstructuur met de huidige positie
in het menu.
• In de rechterkolom staan de algemene bedieningselementen:
• Up - Terug naar het vorige menu (één stap terug)
• Main - Direct naar het hoofdmenu
• Close - Sluit het menu en keert terug naar het display dat de
metingen weergeeft.
• Help - Hulponderwerpen voor het huidige menu
5.3 Virtueel toetsenbord
Als een tekstveld bewerkt moet worden en u drukt erop, dan verschijnt een virtueel toetsenbord op
het scherm dat op dezelfde wijze als het toetsenbord van een PC gebruikt wordt. Door op CAP te
drukken krijgt u toegang tot de speciale tekens. Als de waarden ingevuld zijn, druk dan op de Enter-
toets om te bevestigen en het virtuele toetsenbord af te sluiten. Tijdens het bewerken wordt de naam
van het bewerkte veld weergegeven, samen met de eenheden (indien van toepassing).
186 Nederlands
L E T O P