Deze procedure kalibreert de zuurstofsensor tegen een vloeistofmonster met een gekende waarde
aan opgeloste O
die door dezelfde monsterleiding stroomt.
2
Het instrument geeft de gevoeligheid van de sensor weer als een percentage van de gevoeligheid
die vastgesteld werd bij de laatste kalibratie.
Stel de kalibratieparameters overeenkomstig in en druk op de kalibreertoets.
7.4.2.3 O
-sensorkalibratie
3
De sensor staat in contact met ofwel:
• Lucht bij atmosferische druk (In Air)
• O
met een gekende concentratie (Direct value). Het gas kan wel of niet opgelost zijn.
3
De procedure is dezelfde als bij de O
sensor de O
tijdens de kalibratie. De O
2
zich gedraagt in de O
van O
en O
, duurt het lang voor de O
2
3
na een "O
in air"-kalibratie, kunnen er negatieve waarden weergegeven worden.
3
7.4.2.4 H
-sensorkalibratie
2
Potentieel brand-en explosiegevaar. Ga uiterst voorzichtig om met H
De aanbevolen methode is met een gekende concentratie (Direct Value). Het gas kan zuivere H
of een menging van H
wordt ingevoerd door de gebruiker in het kalibratieparametersscherm. De sensor is in contact met
het kalibratiegas (Direct Value) in gasfase bij atmosferische druk.
Let erop dat de H
-concentratie gebruikt voor de kalibratie binnen het aanvaardbare bereik voor het membraan
2
valt. Hach Lange adviseert het volgende kalibratiegas/edelgas-combinaties voor het kalibreren met de volgende
membranen. Zie de handleiding voor het onderhoud van de sensor voor meer details over de
membraanspecificaties:
Membraan
7.4.3 TC-sensorkalibratie
7.4.3.1 Kalibratie van het gemeten gas
1. Voor een kalibratieproces gestart wordt, moeten de kalibratieparameters ingesteld worden door
op de toets Modify te drukken. De laatste kalibratieparameters zijn opgeslagen, dus kan deze
stap overgeslagen worden als de juiste parameters reeds ingesteld waren. Zo ook kan, als enkel
de kalibratiewaarde gewijzigd is, deze rechtstreeks geüpdatet worden in plaats van de toets
Modify in te drukken.
Optie
Gas Phase (gasfase)
Gas unit type (gaseenheidstype)
196 Nederlands
-sensor. In geval van de "In air"-kalibratie (met lucht), meet de
2
-coëfficiënt wordt afgeleid aan de hand van hoe de sensor
3
. Aangezien een andere spanning gebruikt wordt bij de anode voor het meten
2
-meting gestabiliseerd is. Om de follow-up mogelijk te maken
3
W A A R S C H U W I N G
met een edelgas (bv. een menging van H
2
2956A
2952A
2995A
29015A
Beschrijving
Selecteer liquid (vloeistof) of gas (enkel directe kalibratie)
Partial (partieel), fraction (fractie) of dissolved (opgelost) ('dissolved'
enkel voor kalibratie in een vloeistof)
-gas!
2
2
L E T O P
Aanbevolen kalibratiegas
/N
). De gekende concentratie
2
1% H
/ 99% N
2
2
10% H
/ 90% N
2
2
100% H
2
100% H
2
zijn
2