Descargar Imprimir esta página

SATA Air star F Instrucciones De Servicio página 49

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 18
Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing SATA airfresh
3.1 Toepassingsbeperkingen
Het halfmasker SATA air star F beschermt bij gebruik van het juiste fi ltertype tegen organi-
sche gassen en dampen (met een kookpunt van > 65° C) en/of stoffen zoals bijvoorbeeld
dampen van oplosmiddelen, verfnevel en slijpstof. De halfmaskers mogen uitsluitend bij
een luchtsamenstelling met geringe gas- of dampvormige schadelijke-stoffen-concentraties
van 0,1 vol.% met A1-fi lters en van 0,5 vol.% met A2-fi lters, resp. bij stoffen tot max. de 4-
voudige MAK-waarde met P1-fi lters, tot max. de 15-voudige MAK-waarde met P2-fi lters en
tot max. de 30-voudige MAK-waarde met P3-fi lters gebruikt worden, en zoals ieder fi ltera-
demhalingsmasker uitsluitend in ruimtes, waarin de lucht ten minste 17 vol.% en maximaal
23,5 vol.% zuurstof bevat. Filtermaskers zoals het halfmasker SATA air star F mogen niet
in afgesloten ruimtes zoals ketels, pijpleidingen, putten en kanalen gebruikt worden. Het
gebruik van gasfi lters met de aanduiding A1 tegen gassen/dampen met een kookpunt <
65 °C is niet toegestaan. Dat geldt ook voor overeenkomstige combinatiefi lters, bijv. A2 P3
R D (herkenningskleur: bruin wit). Het halfmasker met de bijbehorende fi lters mag niet als
bescherming tegen koolmonoxidegas (CO) gebruikt worden en ook niet daar, waar de soort
en eigenschappen van de schadelijke stoffen niet bekend zijn, of waar de schadelijke stoffen
een direct gevaar voor gezondheid en leven vormen (zie gebruiksaanwijzing fi lter - SATA
air star F). Normale- en veiligheidsbrillen kunnen tezamen met het halfmasker gedragen
worden. Filtermaskers met absorptie koolfi lter niet op plaatsen gebruiken waar vonkenre-
gens of open vuur kunnen voorkomen. Voor personen met een baard of bakkebaarden op
de plaats waar het masker op het gezicht moet aansluiten, is het dragen van dit ademha-
lingsmasker niet geschikt.
3.2 Controle voor gebruik
Vóór het aanbrengen van het masker dient u te controleren of de inadem- en uitademmem-
branen goed functioneren (zie hoofdstuk 3.6)
3.3 Twee ademhalingsfi lters plaatsen
B
Twee ademhalingsfi lters positioneren (1) - streepmarke-
ringen tegenover! - en tot de aanslag vergrendelen (2),
door het ademhalingsfi lter naar onder te draaien tot aan
de merkbare aanslag (streepmarkering van het ademha-
lingsfi lter boven het pijleinde!).
Het verwijderen van de ademhalingsfi lters geschiedt op
omgekeerde wijze.
Let op: bajonet niet eenzijdig plaatsen! Ademhalingsfi lter
bij het plaatsen/vergrendelen niet schuin houden!
3.4 Halfmasker aanbrengen
C
2
C
D
Gespen van het hoofdgedeelte tot aan het einde van de
banden trekken. De onderste band helemaal doortrekken, tot
de gespen van het hoofdgedeelte op de maskerkap van de
maskereenheid aansluiten. Onderste band aantrekken.
1
D
(1) Maskereenheid over mond en neus plaatsen.
(2) Hoofdgedeelte tegen het achterhoofd plaatsen waarbij u
het hoofdgedeelte boven langs de oren leidt.
X.2

Publicidad

loading