Schoonmaken en onderhoud
Het apparaat is bijna onderhoudsvrij.
B
Gevaar! Elektrocutiegevaar!
Voor onderhoud of het oplossen van storin-
gen de stekker uit het stopcontact halen!
• Het draadaandrijfwiel, de aandrukrollen en het
inloopmondstuk moeten regelmatig op veront-
reiniging gecontroleerd en indien nodig gerei-
nigd worden.
• Met regelmatige tussenpozen moet de com-
plete lastoorts schoongemaakt worden, omdat
er zich slijtdeeltje en stof in afzetten.
• De stroompit van de lastoorts is een slijtdeel. Als
de opening te groot geworden is, moet hij ver-
vangen worden.
• Op de binnenkant van het gasmondstuk van de
lastoorts zetten zich lasspetters af. Deze moe-
ten altijd verwijderd worden. Een lasvet/spray
vereenvoudigen dit en zorgt voor een vermin-
derd aanhechten van de lasspetters.
• Beschadigde kabel/leidingen moeten direct ver-
vangen worden.
Het oplossen van storingen
Mechanische fouten zijn gemakkelijk te herkennen
aan een onregelmatige of blokkerende draadaan-
voer. Elektrische fouten zorgen vaak voor gedeelte-
lijk of totaal uitvallen van het apparaat.
B
Gevaar! Elektrocutiegevaar!
Het oplossen van storingen in het elektrische
gedeelte van het apparaat mogen alleen door
ervaren vakmensen uitgevoerd worden.
Volgens het bijgeleverd elektrische schema is een
verder oplossen van storingen mogelijk.
Het oplossen van storingen moet eerst in span-
ningsvrije toestand en in de hieronder opgesomde
volgorde plaats vinden:
1. Controle van de stroomaansluiting en de andere
aansluitingen van de schakelaar, trafo en
smoorspoel (controleer of steekverbindingen en
soldeerverbindingen goed vast zitten).
2. Controle van de zekering op doorgang en con-
tact
3. Optische controle op eventuele kortsluitingen of
overbelasting van wikkelingen (verkleuringen).
MIG/MAG 140/160
storing, oorzaak
• onrustige of instabiele lichtboog
Foutieve lasspanning
te veel/te weinig draad
werkstukklem los of te
grote weerstand (verf,
roest)
stroompit versleten of
foutieve model
gastoevoer foutief
ingesteld
werkstuk op lasnaad
niet schoon
vermogensdeel defect
binnenspiraal lastoorts
smerig
defect aan draad-
aandrijving
• veel spetters bij het lassen?
te veel draad
te veel lasspanning
werkstuk niet schoon
• draadaanvoermotor werkt niet?
geen netspanning
spanningsschakelaar
staat op nul
branderschakelaar niet
ingedrukt
zekering
motor defect
• geen draadtransport?
aandrukrol te los
draad bij aandrijfhuis
geknikt
gleuf in draadaandrijf-
wiel versleten
draad in stroompit
vastgebrand
• apparaat schakelt uit, overbelastingsaanduiding
licht op?
inschakelduur (ED)
overschreden
vermogensdeel defect
oplossing
spanningschakelaar goed
instellen
draadsnelheid goed instel-
len
goede contact tussen werk-
stuk en klem herstellen.
vervangen
gastoevoer bijstellen
verf, roest of vet verwijde-
ren.
apparaat door vakman laten
repareren
schoonmaken of vervangen
zie hieronder
draadsnelheid verminderen
lasspanning verminderen
schoonmaken
netspanning controleren
spanningsschakelaar op
goede stand zetten
schakelaar bedienen
door een geautoriseerde
vakman controleren
apparaat voor reparatie inle-
veren.
druk op bladveer verhogen
d.m.v. stergreep
inloopmondstuk uitrichten
aandrijfwiel verwisselen
stroompit verwisselen, en
indien draad vervormd aan-
drukkracht verminderen
apparaat laten afkoelen, ED
volgens typeschild niet over-
schrijden.
apparaat ter reparatie aan-
bieden.
2.5