• Voor het opspannen van de nieuwe frezer moeten
beide flenzen op vastplakkende delen worden
gecontroleerd en gereinigd. Bij het inzetten van
de frezer dient er rekening te worden gehouden
met de draairichting: de lemmeten van de frezer
moeten in dezelfde richting als de pijl op de
bovenste beschermkap wijzen. Frezer samen met
de voorste flens op de achterste flens steken en
hierbij erop letten, dat de meenemerpennen in de
frezer grijpen. Vervolgens cilinderschroef aan-
brengen en door draaien rechtsom aantrekken.
Hierbij kan, evenals bij het losmaken, de ringsleu-
tel worden gebruikt.
3.4
Instellen van de freesbreete
Vóór het instellen van de frees-
breedte in ieder geval de netsteker
trekken.
• De meegeleverde frezer 13 (afb. 1) is een keer-
platen-verstelgroef, die zich op freesbreedte tus-
sen 15,4 en 26,5 mm laat instellen. Bij de verstel-
groef zijn afstandsschijven met de volgende
diktes bijgevoegd: 5, 3, 1, 0,5 en 0,2 mm. Daar-
mee laten zich tussenbreedten in 0,2 mm-stappen
realiseren.
Vóór de montage van de afzonderlijke
delen erop letten, dat alle delen vrij
van vastplakkend vuil zijn.
• Voor de samenbouw van de afzonderlijke delen
van de verstelgroef worden eerst de niet beno-
digde afstandsschijven op de voorste flens 9
gestoken, daarna het voorste gedeelte van de
verstelgroef, de benodigde afstandsschijven en
tenslotte het achterste gedeelte van de verstel-
groef. Nu wordt de gehele eenheid op de achter-
ste flens gemonteerd en met cilinderschroef 10
vastgetrokken.
Het op de verstelgroef vermelde ver-
stelbereik mag in geen geval worden
overschreden.
3.5
Wissel en instelling van de keerplaten
Vóór de wissel en het instellen in
ieder geval de netsteker uit het stop-
contact nemen.
• De verstelgroef 13 (afb. 1) is uitgerust met 4 HM-
keerplaten en 4 HM-voorsnijders. Indien de lem-
meten stomp worden, kan de keerplaat 34
(afb. 5) éénmaal en de voorsnijder-keerplaat 31
driemaal worden gedraaid, daarna moeten
nieuwe originele keerplaten worden ingebouwd!
• Verstelgroef 13 (afb. 1) van de machine verwijde-
ren.
• Draadeind 32 (afb. 5) met zeskantschroeven-
draaier SW 4 losmaken en ongeveer 1 - 2
omdraaiingen eruit draaien. Spanklauwen compleet
33 samen met de keerplaat 34 uit de verstelgroef
eruit trekken. Alle onderdelen en de meskamer in
de verstelgroef reinigen (zie hoofdstuk 5).
Aluminiumgereedschap mag alleen
met oplosmiddelen, die het aluminium
niet aantasten, worden ontharst.
• Keerplaat 34 draaien of eventueel vervangen en
samen met de spanklauwen compleet 33 weer in
het midden van de verstelgroef inbouwen. De
beide delen zijn correct ingezet, wanneer ze op
de bodem van de meskamer steunen. Op de snij-
richting letten (zie afb. 5)! De radiale uitsteek-
maat van de lemmeten tegenover de draag-
lichaam mag max. 1,1 mm zijn. Nu draadeind 32
weer aanspannen en hierbij keerplaat en span-
klauwen op de bodem van de meskamer drukken.
• Voorsnijder-keerplaat 31 na het losmaken van
schroef 35 90° draaien, eventueel vervangen, alle
delen reinigen en weer vastspannen.
De spanhuls in de spanklauwen 33
mag niet worden verwijderd. Bij ver-
vangen uitsluitend gebruik maken van
originele onderdelen.
-41-