5 - ONDERHOUD
5.1 - Het onderhoud van het hogedruksysteem dient plaats te vinden binnen de tijdsintervallen die zijn
bepaald door
de fabrikant van de installatie, die volgens de regels der wet verantwoordelijk is voor de hele groep.
5.2 - Correct onderhoud komt ten goede van een langere werkingsduur en van het behoud van de
beste prestaties.
5.3 - Onderhoud moet altijd worden uitgevoerd door gespecialiseerd en geautoriseerd personeel.
5.4 - De montage en demontage van de pomp en van de diverse componenten mag uitsluitend worden
uitgevoerd door geautoriseerd personeel, met gebruikmaking van voor het doel geschikt gereedschap
om schade aan onderdelen te vermijden die de veiligheid in gevaar zouden kunnen brengen.
5.5 - We raden aan om afgedankte pompen voor sloop naar een erkend afvalverwerkingsbedrijf te
brengen of zich te wenden tot het dichtstbijzijnde Erkend Centrum voor Assistentie van INTERPUMP
GROUP.
5.6 - Geprogrammeerd onderhoud:
Na de eerste 50 uur
Oliewissel
Zie voor aanbevolen olie de tabel op de laatste bladzijde van deze handleiding.
LET OP: Afgewerkte olie moet worden opgevangen in vaten en verwerkt door daartoe
bestemde olie-inzamelingscentra overeenkomstig de geldende regelgeving. Afgewerkte
olie mag absoluut niet worden gedumpt.
LET OP: Gebruik ter garantie van de volledige betrouwbaarheid en veiligheid altijd en
alleen originele onderdelen.
6 - GARANTIEVOORWAARDEN
6.1 - De duur van de garantie en de garantievoorwaarden zijn vermeld in het aankoopcontract.
6.2 - De garantie zal hoe dan ook ongeldig zijn indien de pomp voor oneigenlijke doelen is gebruikt,
aan motoren is gekoppeld die een groter vermogen hebben dan die is aangewezen, gebruikt wordt op
druk of snelheden die hoger zijn dan voorgeschreven, gerepareerd is met niet-originele onderdelen of
beschadigd blijkt te zijn door niet-naleving van de instructies die in dit instructieboekje zijn vermeld.
7 - OPSTARTEN
Vervang de RODE transportdop door de meegeleverde dop met peilstok.
7.1 - Controleer het olieniveau via het controlelampje of met de peilstok, indien nodig bijvullen.
7.2 - Controleer of alle koppelingen correct zijn vastgedraaid en of de pomptoevoer open staat.
7.3 - Teneinde de in de pomp aanwezige lucht te laten uitstromen en het vullen te vergemakkelijken, raden
we aan de persleiding van de pomp los te koppelen of gebruikstoepassing of de gebruikstoepassingen
open te houden zonder de eventuele sproeikoppen.
7.4 - Start de pomp gedurende 5/10 seconden totdat de vloeistof zonder onderbrekingen naar buiten
stroomt uit de persleiding of uit de gebruikstoepassingen; indien dit niet het geval is, de pomp stilzetten
Elke 500 uur
Elke 1000 uur (gemiddelde interval. Verkort de intervaltijd
bij zwaar gebruik)
Controle
Oliewissel
afdichtingen
/
vervanging:
38
Klepgroepen,
pompende