10. Tijdens de montage, en bij iedere onderhoudsingreep, is het nodig de
voorzorgsmaatregelen in acht te nemen die vermeld worden in deze
handleiding en die op de etiketten in of op het apparaat staan en moeten ook
alle voorzorgsmaatregelen getroffen worden die door het gezonde verstand
ingegeven worden en opgelegd worden door de Veiligheidsvoorschriften
die van kracht zijn in het land van installatie.
11. In geval van vervanging van de componenten mogen uitsluitend originele
reserveonderdelen van OLIMPIA SPLENDID gebruikt worden.
12. Als het apparaat een lange tijd niet wordt gebruikt of niemand de
geklimatiseerde kamer gebruikt, is het raadzaam de elektrische
stroomtoevoer af te sluiten om ongevallen te vermijden.
13. Gebruik geen vloeibare of corrosieve reinigingsmiddelen om het apparaat
te reinigen, verstuif geen water of andere vloeistoffen op het apparaat daar
ze de onderdelen in pvc kunnen beschadigen of zelfs elektrische schokken
kunnen veroorzaken.
14. De binnenkant van het apparaat en de afstandsbediening niet nat maken.
Kortsluitingen of brand zou kunnen optreden.
15. Bij storingen van de werking (bijvoorbeeld: abnormale geluiden, een slechte
geur, rook, een abnormale temperatuurstijging, elektrische dispersie, enz.)
moet het apparaat onmiddellijk worden uitgeschakeld en de stekker uit het
stopcontact getrokken worden.
Voor eventuele reparaties mag u zich uitsluitend tot de bevoegde technische
ser-vicecentra van de fabrikant wenden en om het gebruik van originele
reserveonder-delen vragen. Wordt het bovenstaande niet in acht genomen
dan kan de veili-gheid van het apparaat hierdoor in gevaar gebracht worden.
16. Laat de klimaatregelaar niet gedurende lange tijd in werking indien het vochtgehalte
hoog is en deuren of ramen open zijn. De vochtigheid zou condensvorming
kunnen veroorzaken waardoor het interieur nat of beschadigd wordt.
17. Sluit de voedingsstekker niet af tijdens de werking. Risico op brand of
elektrische schokken.
18.
Leg geen zware of hete voorwerpen bovenop het apparaat.
19. Voordat het apparaat elektrisch aangesloten wordt, moet gecontroleerd worden
of de gegevens die op het plaatje staan overeenkomen met die van het elektrische
distributienet. Het stopcontact moet met een aarding uitgerust zijn. Het plaatje
(20) bevindt zich op de zijkanten van het apparaat (Afb.2).
20. Installeer het apparaat volgens de instructies van de fabrikant. Een verkeerde
installatie kan persoonlijk letsel, dierenleed of materiële schade veroorzaken
waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk gesteld kan worden.
21. Bij incompatibiliteit tussen het stopcontact en de stekker van het apparaat moet het
stopcontact door professioneel gekwalificeerd personeel vervangen worden door
een van een ander type, dat geschikt is, en moet dit personeel controleren of de
doorsnede van de kabels van het stopcontact geschikt is voor het vermogen dat
door het apparaat geabsorbeerd wordt. Doorgaans wordt afgeraden om adapters en/
of verlengsnoeren te gebruiken. Mocht het gebruik daarvan toch noodzakelijk zijn,
dan moeten ze conform de van kracht zijnde veiligheidsvoorschriften zijn en mag het
stroomdebiet (A) ervan niet lager zijn dan het maximum debiet van het apparaat.
NL - 6