Gebruikersinstellingen
Kinderbeveiliging
De kinderbeveiliging dient te voorkomen dat het
apparaat onbedoeld wordt ingeschakeld. Zolang
de kinderbeveiliging is geactiveerd, kan geen
kookzone worden gebruikt.
Kinderbeveiliging inschakelen
Er mag geen kookzone ingeschakeld zijn.
► Druk de knop van de draaischakelaar van de
kookzone in en houd deze gedurende minimaal
5 en maximaal 30 seconden linksom gedraaid
(positie A).
─ Op de display van het kookveld verschijnt L
als
bevestiging
kinderbeveiliging.
Kinderbeveiliging uitschakelen
► Druk de knop van de draaischakelaar van de
kookzone in en houd deze gedurende minimaal
5 en maximaal 30 seconden linksom gedraaid
(positie A).
─ De aanduiding op de display van het
kookveld verdwijnt.
Alle instellingen kunnen alleen met het
rechterbedieningselement
uitgevoerd.
van
de
geactiveerde
worden
Bediening
Kookzone
De
draaischakelaar
uitschakelen en het regelen van de kookzone.
Inschakelen
► Druk de knop van de draaischakelaar van de
kookzone in en zet de schakelaar op de
gewenste stand.
1 = minimaal vermogen
9 = maximaal vermogen (2400 Watt)
P = Powerstand (3000 Watt)
─ Het Bedrijfscontrolelampje brandt.
─ In het display van het kookveld wordt de
ingestelde
geven.
De duur van aan de kook brengen, verhitting
van de bodem van het kookgerei en de
kookresultaten zijn met name afhankelijk
van het materiaal en de toestand van het
kookgerei.
Vermogensstanden
Het hoge vermogen van inductiekookvelden zorgt
voor een zeer snelle verhitting van het kookgerei.
Om aanbranden van gerechten te voorkomen, is
bij de keuze van de vermogensstand ten opzichte
van conventionele kooksystemen een bepaalde
omschakeling nodig.
De
gegevens
in
richtwaarden.
Afhankelijk
van
aangeraden
vermogensstand te kiezen.
Zo kunt u instellen:
Het smelten van boter en
chocolade, warmhouden van
gerechten
Gerechten warm maken
Bakken en braden van gerechten
Snel bakken en braden van
gerechten, bakken en braden van
grote hoeveelheden
dient
voor
het
vermogensstand
weerge-
de
volgende
tabel
de
hoeveelheid
een
hogere
of
1-2
3-6
7-9
P
n
in-
en
zijn
wordt
lagere
71