NL
VOORBEREIDENDE CONTROLES EN BELANGRIJKE AANWIJZINGEN M.B.T.
DE INSTALLATIE
Alvorens de installatie uit te gaan voeren, wordt aangeraden het volgende te controleren:
1. of de bestaande structuren (zuilen, scharnieren, vleugels) stevig genoeg zijn voor de door de motor ontwikkelde krachten.
2. of er voldoende robuuste mechanische eindaanslagen van de openings- en sluitbeweging van de vleugels zijn.
3. of er niet teveel wrijving of speling is in de systemen van wielen/rail onder en rollen/geleider boven.
4. of het eventuele handbediende slot gedeactiveerd is.
5. hoe de toestand van eventuele reeds in de installatie aanwezige elektriciteitskabels is.
Belangrijke aanbevelingen:
1. De installatie van de automatisering moet volgens de regels der kunst worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel dat
over de wettelijk vereiste kwaliteiten beschikt, en in overeenstemming met de machinerichtlijn 98/37/EG en de normen EN13241-
1, EN 12453 en EN 12445.
2. Maak een analyse van de risico's van de automatisering en zorg op grond hiervan voor de nodige veiligheden en signaleringen.
3. Installeer de bedieningsinrichtingen (bijvoorbeeld de sleutelschakelaar) zodanig dat de gebruiker zich niet in een gevarenzone
bevindt.
4. Breng op de automatisering het etiket of CE-plaatje met informatie over de gevaren en de identificatiegegevens aan.
5. Overhandig de gebruiksaanwijzingen, de veiligheidsvoorschriften en de EG-verklaring van overeenstemming aan de
eindgebruiker.
6. Verzeker u ervan dat de gebruiker goed heeft begrepen hoe de correcte werking van de automatisering in automatische
modus, handbediende modus en bij noodgevallen is.
7. Na afloop van de installatie dient u de veiligheidsinrichtingen, signaleringen en ontgrendelingssystemen van de automatisering
meerdere malen te testen.
8. Stel de gebruiker schriftelijk (bijvoorbeeld in de gebruiksaanwijzingen) op de hoogte van:
a. De eventuele aanwezigheid van restrisico's die niet beveiligd kunnen worden en voorzienbaar oneigenlijk gebruik.
b. De noodzaak om de stroomtoevoer uit te schakelen alvorens de vleugel te deblokkeren of bij het uitvoeren van klein
onderhoud of reinigingswerkzaamheden in de buurt van de automatisering.
c. De noodzaak om vaak te controleren of er geen zichtbare schade aan de automatisering is en in het geval er schade wordt
vastgesteld, onmiddellijk de installateur te waarschuwen.
d. Het feit dat het verboden is kinderen in de onmiddellijke nabijheid van de automatisering te laten spelen
e. Het feit dat radiobedieningen en andere bedieningsinrichtingen buiten bereik van kinderen dienen te worden gehouden.
9. Stel een onderhoudsschema voor de installatie op (minstens eens per 6 maanden) en noteer de uitgevoerde
onderhoudswerkzaamheden in een speciaal register.
BEVESTIGING VAN DE AANDRIJFMOTOR EN DE KNIKARM
Bepaal de plaats van de motoren op basis van het type installatie, bijvoorbeeld: Master (met besturing) aan de
rechterkant en Slave aan de linkerkant (afb. C) of andersom.
Er dient een minimum afstand tussen eventuele muren en/of zijwaartse omheiningen (afb. D) aangehouden te worden en
er dient rekening gehouden te worden met de afmetingen van de palen en de hoogte vanaf de grond (afb. E).
Alvorens de beugel vast te zetten, moet u zich ervan verzekeren dat:
- de maten tussen het draaipunt en de vleugel en de as en de motor overeenstemmen met het gegeven voorbeeld in
afb. D
- de hoogte van de motor (indien er geen referentievlak is, gebruik dan een waterpas) overeenstemt met een geschikt
bevestigingspunt op de vleugel (afb. E)
- de ondergrond vlak en sterk genoeg is om een stevige bevestiging van de motor te garanderen
- het mogelijk is om de beugel op minstens 4 punten te bevestigen (er wordt geadviseerd om M8 schroeven met
bijbehorende metalen ankers te gebruiken) zoals getoond in afb. G.
Verwijder de plastic bescherming en bereid de motor voor zoals getoond in afb. F, bevestig de beugel, breng de
aandrijfmotor aan en zet alles vast met de twee M8 schroeven die bij de levering inbegrepen zijn. Breng kabelmantels en
kabels zodanig op de betreffende plaats aan dat zij geen belemmering vormen voor de beweging van de arm.
Ga verder met het monteren van de twee knikarmen zoals blijkt uit de explosietekening in afb. H en let daarbij op dat de
rechterarm en de linkerarm elkaars spiegelbeeld vormen.
Breng de arm aan en bevestig hem aan de as van de motor, ontgrendel de aandrijfmotor zodat de uitgeklapte arm op de
gesloten poortvleugel aangebracht kan worden om het beste bevestigingspunt te vinden (afb. D). Controleer door een
beweging met de hand te maken of de loop van de poort in orde is voordat u de arm definitief vastzet.
MECHANISCHE EINDAANSLAGEN (afb. 1)
Voor de werking van dit type automatisering moet de loop van de poortvleugels met mechanische
eindaanslagen/stops begrensd worden. Indien het niet mogelijk is om de loop rechtstreeks op de poortvleugels te
blokkeren, kunnen de eindaanslagen die bij de aandrijfmotor geleverd worden gebruikt worden (detail 7 van afb. A).
Het bevestigen en instellen is eenvoudig; u hoeft de poortvleugel slechts naar het uiterste punt te brengen en de
eindaanslagen onder de aandrijfmotor aan te brengen zoals beschreven in afb. I.
61