3. De controleoplossing goed schudden voor gebruik. Schroef de sluitkap eraf
en knijp er een druppel uit. Veeg de eerste druppel eraf en knijp er een vol-
gende druppel uit. Neem deze druppel er met de top van uw vinger af (afb. 7).
Aanwijzing:
Opdat de controleoplossing niet door contact met het test-
strookje wordt verontreinigd, brengt u de druppel niet direct
op het strookje aan, maar eerst op een zuivere ondergrond of
op de top van uw vinger.
4. Doe de druppel op de absorberende spleet. De oplossing wordt in de spleet
gezogen. Wanneer het controlevenstertje compleet met de oplossing is
gevuld, begint het bloedsuikermeetapparaat met de 10 sec. countdown.
5. Na de countdown vindt de glucosemeting plaats en het resultaat wordt op
het display weergegeven. Controleer of het resultaat de tevoren ingevoerde
waarde van de controleoplossing heeft. Deze waarde is op de houder van
de teststrookjes aangebracht.
Let op:
Wanneer u met de controleoplossing herhaaldelijk foutieve meetresultaten bereikt die van
de ingestelde waarde afwijken, functioneert het meetsysteem niet meer correct. Gebruik
het apparaat in dat geval niet meer om uw bloedsuikerspiegel te meten. Lees op de
pagina's 29-31 het hoofdstuk 'Instructies om fouten te verhelpen'. Mocht u het probleem
niet kunnen verhelpen, neemt u dan contact met onze klantenservice op (zie garantie).
Het systeem controleren 8
(afb. 7)
(afb. 8)
15