14 Algemene informatie
Reiniging en onderhoud van het systeem
Het apparaat hoeft niet speciaal te worden gereinigd wanneer het niet met bloed of controlevloeistof in
aanraking komt. Neem derhalve de volgende aanwijzingen in acht.
• Uw bloedsuikermeetapparaat is een precisie-instrument. Behandel het dus met zorg om de elektronica
niet te beschadigen en functiestoringen te voorkomen.
• Stel het apparaat niet aan extreme temperaturen of hoge vochtigheid bloot.
• Let erop dat er geen vuil, stof, bloed, controlevloeistof of water door de teststrookopening, de aan-
sluitbus of op de toets in het apparaat zelf terechtkomt.
• Bewaar het apparaat na gebruik telkens in de meegeleverde draagtas.
• Het oppervlak van het apparaat kan met een vochtige doek (met water en een milde reinigingsop-
lossing) worden gereinigd. Droog het apparaat na de reiniging af met een pluisvrije doek.
28