De vaatwasser starten
1. Draai de waterkraan open.
2. Open de deur van de vaatwasser.
3. Kijk de filters na.
Zorg dat deze schoon en goed ingezet zijn. Zie hoofdstuk "Reinigen en onderhoud".
4. Controleer of er voldoende spoelmiddel en zout in het apparaat is.
5. Zet de vaat in de vaatwasser.
Controleer of de sproeiarmen vrij kunnen draaien.
6. Giet de vereiste hoeveelheid vaatwasmiddel in het wasmiddelbakje volgens de
aanwijzingen in de tabel "Vaatprogramma's".
7. Druk de deur van de vaatwasser stevig dicht.
8. Druk op
om de vaatwasser in te schakelen.
• Het aan/uit‐controlelampje en het ECO‐programmacontrolelampje branden.
9.
Selecteer het gewenste vaatprogramma door herhaaldelijk op
drukken.
• Het overeenkomstig vaatprogramma‐controlelampje brandt.
•
Uitsteltimer: De uitsteltimer stelt u in staat om de start van een vaatprogramma met
3, 6 of 9 uur uit te stellen.
Druk herhaaldelijk op
brandt.
Druk nadat de uitsteltimer is ingesteld op
overeenkomstige uitgestelde start‐controlelampje knippert.
10. Als u de extra droogfunctie wil activeren, druk op
controlelampje brandt.
• Deze functie kan enkel in het Intensieve, Normale en ECO‐programma worden
gebruikt.
• Als deze functie is geactiveerd, verhoogt de vaatwasser de temperatuur aan het
einde van een wasprogramma voor een beter droogresultaat.
totdat het gewenste uitgestelde start‐controlelampje
om de functie te activeren. Het
en het overeenkomstig
te
17