Houtvocht bepalen
6
Nat/droog ledweergave groep A
7a
Na het inschakelen van het toestel lichten alle 12 leds kort op. Daar-
na knippert de eerste groene led constant. Het toestel is operationeel.
Als u nu een meting uitvoert bij de houtsoorten van groep A, kunt
u het materiaalvocht in % van de bovenste schaal aflezen. Met
toenemend vochtgehalte verandert ook de ledweergave van links
naar rechts. De weergave met 12 leds is onderverdeeld in 4 groene
(droog), 3 gele (vochtig) en 5 rode (nat) segmenten. Het vochtgehalte
van de houtsoorten kan zowel aan de hand van de %-vermelding als
door de ledkleur worden bepaald.
Voorbeeld hier: 13 %, groene led = droog.
7b
Nat/droog ledweergave groep B
Als u nu een meting uitvoert bij de houtsoorten van groep B, kunt u
het materiaalvocht in % van de onderste schaal aflezen. Om nu te
kunnen bepalen of het hout wordt geclassificeerd als 'droog', 'voch-
tig' of 'nat', wordt de uitslag van de leds gebruikt en onafhankelijk
van hun kleur vergeleken met de daaronder liggende kleurenschaal.
De beoordeling geschiedt nu via de onderste kleurenschaal.
Groen = droog, geel = vochtig, rood = nat.
Voorbeeld hier: 23 %, rode bereik van de onderste schaal = nat.
Als de leds bij een meting geen uitslag tonen, kan het zijn
!
dat het te meten voorwerp te droog is. Voer met behulp
van de veiligheidskap een zelftest uit om vast te stellen of
het meettoestel in optimale staat verkeert.
12
NL
De te meten plek dient onbehandeld
en vrij van takken, verontreinigingen
of hars te zijn.Er dient géén meting
aan de kopse zijden te worden uitge-
voerd omdat het hout hier bijzonder
snel droogt , hetgeen zou leiden tot
vervalste meetresultaten.
feucht
trocken
droog
droog
vochtig
nass
vochtig
nat
nat