Regelen van de snelheid (Afbeelding H )
BELANGRIJK
Het regelen van de snelheid mag alleen geschieden als de motor draait, om
beschadigingen te voorkomen!
De rijsnelheid wordt ingesteld met de links aangebrachte greep.
–
Om de snelheid in te stellen de greep in beide richtingen draaien en aldus de
gewenste snelheid instellen. De pijl op de draaigreep geeft de rijsnelheid aan.
–
Stand „Haas" = snel (max. snelheid).
–
Stand „Schildpad" = langzaam (min. snelheid).
AANWIJZING
Maaien met te hoge snelheid leidt tot een slecht snijbeeld resp. Opvangresultaat.
Pas de snelheid altijd aan aan de omstandigheden. Bij langere afgesneden
grassprieten moet een langzamere rijsnelheid worden gekozen.
14 GRASOPVANGINRICHTING
Gebruik met grasopvangzak
WAARSCHUWING
Bij gebruik van de grasvangzak moet deze volledig gemonteerd en in perfecte
technische staat zijn.
BELANGRIJK
Men moet erop letten dat bij het hanteren met de opvangzak de schans (1)
R1 niet verbogen wordt.
Let er bij het maaien op, dat de opvangzak op tijd wordt leeggemaakt. Het turbosignaal
op de opvangzak geeft het juiste tijdstip aan om de zak leeg te maken.
Turbosignaal (vulstandsindicatie van de grasopvangzak)
(Afbeelding J + K )
Aan de bovenkant van de opvangzak is een indicatie geplaatst, waarmee men zien kan
of de opvangzak leeg of vol is:
–
Indien de opvangzak leeg is gaat het signaal onder het maaien bol staan J .
–
Indien de opvangzak vol is valt het signaal in elkaar; dan moet het maaien dadelijk
gestaakt en de opvangzak leeg gemaakt worden K .
BELANGRIJK
Indien het weefsel van de opvangzak erg vuil is gaat het signaal niet bol staan.
Het weefsel moet dan worden schoongemaakt! Alleen met een luchtdoorlatende
opvangzak is een foutloos opnemen van het gras mogelijk.
BELANGRIJK
Opvangzak niet met warm water reinigen!
Leegmaken van de opvangzak (Afbeelding L )
–
Motor uitschakelen.
–
Uitwerpklep openen.
–
De gevulde opvangzak van de maaier met de draagbeugel uit de maaier loshaken
– de uitwerpklep sluit automatisch.
–
Opvangzak aan beugel en handgleuf op de bodem vasthouden en goed
leegschudden.
Gebruik zonder opvangzak
WAARSCHUWING
Bij het gebruik zonder opvangzak moet de uitwerpklep aan het maaichassis
steeds gesloten zijn (naar onder geklapt).
15 HET MAAIEN
Maaien op hellingen
OPGELET
De maaier kan in bermen en op hellingen die tot 48% (26° helling) aflopen,
worden ingezet. Steilere schuinstanden kunnen schade aan de motor
veroorzaken.
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
Om veiligheidsredenen raden wij u echter dringend aan om dit theoretische
potentieel niet te volle te benutten. Zorg er altijd voor dat u stevig en stabiel staat.
In principe mogen met de hand geleide grasmaaiers bij hellingen steiler dan 26%
(15° helling) niet worden ingezet. Het gevaar dreigt dat de stabiliteit verloren
gaat!
Oliepeilcontrole
Vóór elk maaien het oliepeil controleren Y1 . De motor nooit met te weinig of te veel
olie laten lopen. Onherstelbare schade zou het gevolg kunnen zijn.
Controle van de bedrijfsveiligheid
De grasmaaier is uitgerust met een motorstop-inrichting.
Vóór elk maaien controleren of de veiligheidsschakelbeugel voor de motorstop foutloos
functioneert. Als de schakelbeugel wordt losgelaten, dan moeten motor en mesbalk
binnen drie seconden tot stilstand komen.
De beugel moet na het loslaten in elk geval weer in de in de afbeelding „Beschrijving
van de componenten" getoonde positie terugspringen.
Als dit niet het geval is, dan moet dit onmiddellijk door een geautoriseerde
vakwerkplaats gecontroleerd worden.
Verwondingsgevaar!
Als de nalooptijd van het apparaat groter is, het apparaat niet meer gebruiken en naar
een geautoriseerde vakwerkplaats brengen.
Meten van de nalooptijd
Na het starten van de verbrandingsmotor draait het mes en is een windgeluid hoorbaar.
De nalooptijd komt overeen met de duur van het windgeluid na het afzetten van de
verbrandingsmotor, en deze kan met een stopwatch worden gemeten.
Veiligheids- en bescherminrichtingen van de machine mogen niet gemanipuleerd of
gedeactiveerd worden!
Ook de foutloze werking van de schakelbeugel voor de rijaandrijving moet vóór elk
maaien gecontroleerd worden. Als de schakelbeugel voor de rijaandrijving wordt
losgelaten, dan moet de machine meteen tot stilstand komen. Als dit niet het geval is,
dan moet dit onmiddellijk door een geautoriseerde vakwerkplaats gecontroleerd
worden.
Erop letten dat alle bescherminrichtingen zoals voorgeschreven aangebracht en niet
beschadigd zijn!
Ter vermijding van een gevaar elke keer voordat u gaat maaien de toestand en de
goede bevestiging van het mes controleren. De bevestigingsschroef van het mes moet
altijd door een geautoriseerde vakwerkplaats worden aangedraaid. Als de messchroef
te los of te vast wordt aangedraaid, dan kunnen meskoppeling en mesbalk beschadigd
worden of loskomen, hetgeen zware verwondingen kan veroorzaken. Een versleten of
beschadigd mes moet absoluut worden vervangen (zie hiervoor hoofdstuk „Onderhoud
van de mesbalk").
Om de 10 bedrijfsuren ventilator, meskoppeling en ventilatorhuis controleren op slijtage
en zitting. Daarnaast schroeven en moeren van het apparaat controleren op goede
bevestiging en eventueel aandraaien!
Controleren of de bougie goed bevestigd is! Gevaar: elektrische schok. Bougiestekker
nooit bij lopende motor eraf trekken. Gevaar: elektrische schok! Koppel de
bougiestekker alleen los als de motor is afgekoeld. Verbrandingsgevaar!
Bij blokkering van het maaiwerk, bijv. door tegen een hindernis aan te rijden, door een
geautoriseerde vakwerkplaats laten controleren of delen van de maaier beschadigd of
vervormd zijn. Ook de eventueel noodzakelijke reparaties altijd door een
geautoriseerde vakwerkplaats laten uitvoeren.
Als de machine ongewoon sterk begint te trillen of abnormale geluiden begint te maken,
dan is een onmiddellijke controle door een geautoriseerde vakwerkplaats vereist.
Tijdelijke beperkingen
In Duitsland is de tijdelijke werking van grasmaaiers in de 32e verordening tot uitvoering
van de bundes-Immissionsschutzgesetz (32e BImSch-V)" geregeld.
Bovendien zijn regionale beperkingen mogelijk (bijvoorbeeld om de middagrust te
beschermen), die door de verantwoordelijke lokale autoriteit aan u kunnen worden
gecommuniceerd.
Tips voor de verzorging van het gazon
Maaien (Afbeelding M )
WAARSCHUWING
Verwijder vóór elke maaibeurt alle vreemde voorwerpen (stenen, hout, takken
enz.) van het gazon; let echter ook tijdens het maaien nog op rondslingerende
voorwerpen.
Een instructie over het thema gazonverzorging krijgt u op aanvraag van uw handelaar.
Informatie en instructies voor het maaien vindt u ook op de homepage van de fabrikant.
8