Montagehandleiding voor de installateur
en inrichtingsmonteur
Belangrijk: Eerst goed doorlezen en dan pas met de
montage beginnen. Exacte positie in de salon met de
saloneigenaar en de inrichtingsspecialist vastleggen.
De wasinstallatie dient t.b.v. het gebruik in schone en
•
droge ruimten met een normale kamertemperatuur te
worden geïnstalleerd.
Bij de aansluiting op de waterleiding mogen uitsluitend
•
originele onderdelen van de fabrikant worden gebruikt.
De wasinstallatie mag uitsluitend worden aangesloten
•
op een watertoevoerinstallatie die een inlaatwaterdruk
van 20 bar (20MPa) niet te boven gaat.
De nieuwe slangenset die bij de apparatuur wordt
•
geleverd, moet worden gebruikt, oude slangensets
mogen niet opnieuw worden gebruikt.
1.
Voorzie de watertoevoerleidingen naar de
wasinstallatie van een „waterstop".
2.
Montagesjabloon op vastgelegde positie leggen en
voor het opboren gebruiken. Lees de aanwijzingen op
de montagesjabloon!
3.
Gaten voor K koud, W warm en A afvoerwater
aanbrengen.
4.
Buizen ½ inch voor warm en koud water alsmede
afvoerbuis Ø 40 mm met aansluitmof voor stank-
afvoer (sifon) door de vloer leiden.
5.
Positie en afstand van de afsluitkleppen en van de
stankafsluiter (sifon) exact aanhouden
(zie montagesjabloon).
6.
Hoogte van de aansluitbuizen en de afvoer:
Buizen ½ inch: 50 mm boven de vloer
Afvoerbuis Ø 40 mm: 50 mm boven de vloer
11. Zorg dat de buizen/drukslangen en afvoerslang parallel
aangelegd worden. Installatie aansluiten.
Afsluitkleppen bij het vastschroeven tegen
verdraaien beveiligen. Verbinding van afvoer-
slang en stankafsluiter (sifon) d.m.v. afdichting en
wartel. Afvoerslang minstens 3-4 cm in stankafsluiter
(sifon) steken. Afvoertule d.m.v. slangklem met
afvoerslang verbinden.
12. Mengkraan sluiten. Afsluitklep openen en bij gesloten
mengkraan op dichtheid controleren. Mengwater
controleren. Warm- en koudwatertoevoer moeten
met de gekleurde symbolen van de mengkraan
overeenstemmen.
13. Druk van de installatie testen met 8 bar waterdruk.
Dan op 3-5 bar instellen. Na afloop van de
installatiewerkzaamheden absoluut waterleiding door-
spoelen. Bij meerdere installaties is een centrale af-
sluitkraan nodig. Deze moet vanuit de salon
gemakkelijk bereikbaar zijn.
Comfort
MO B+R
NL
Montagehandleiding voor de installateur
en inrichtingsmonteur
De montagehandleiding geldt voor de aansluiting van
één installatie. Bij meerdere installaties moet de
buisdiameter overeenkomstig verbreed worden.
Belangrijk: Bij een waterdruk van meer dan 5 bar moet deze
door een reduceerklep geregeld worden. Omdat voor
warmwaterbereiders (boiler) een reduceerklep gebruikt wordt,
kan dit gelijktijdig bij de algemene watertoevoer aangebracht
worden.
Tip voor de saloneigenaar:
De aansluitingen punt 1 - 6 en 11 - 13 moeten door de
installateur aangebracht worden. Voor hierbij optredende
storingen is de installateur verantwoordelijk. De fabrikant van
de installatie neemt geen verantwoording voor deze
werkzaamheden!
7. Wasinrichting voor montage voorbereiden:
- Revisiedeur (5) afnemen: boven in opening grijpen en naar
achteren wegtrekken, vervolgens onder eruit tillen.
- Netsnoer in stopcontact steken.
- Voetensteun uitschuiven tot eindpunt.
- Omkasting van onderkant stoel (7) afnemen (klittenband-
sluiting)
- Bekleding van voorkant (3+4) demonteren:
Aan beide kanten 2 inbusbouten in de kolombekleding (1)
losdraaien, delen van de bekleding naar voren schuiven
en vervolgens door zijdelings kantelen van de buizen van
de voetensteun aftrekken volgens afbeelding 3
8.
Alleen bij installatie in rij:
Bekledingsdelen (1+2) voor aansluiting van de installatie-
schacht voorbereiden (afb. 2):
- Uitsparing Ø 120 mm aanbrengen volgens afbeelding
- Houd montagepagina in inrichtingsschema aan!!
9.
Onderconstructie (6) volgens installatiesjabloon aan-
brengen en op de vloer bevestigen. Hierbij tussen
onderstel en vloer 6 rubberen onderlegschijven (6.1)
zetten.
6 stuks boutankers M 10 x 125 (30 mm boven de
werkvloer uit stekend) of metalen pluggen met metrische
draad voor zeskantbouten M 10 x 60.
10. Alleen bij serie-installatie:
- Monteer aan weerszijden van de ommanteling van de
kolom 2 bevestigingshoekjes voor de installatieschacht
(afb. 2)
Attentie:
- hoekjes binnen de installatieschacht monteren!
- schachtopening moet beschermd zijn tegen scherpe
randen!
Monteer het onderstuk van de schacht. Breng het
bovenstuk van de schacht erop aan.